Better Call Saul is een van de beste series die ooit gemaakt zijn. Niet alleen vanwege de geweldige scenario’s, onverwachte plotwendingen en een hele goede cast, maar juist ook vanwege de aandacht voor detail, nuance en een treffende symboliek die de hele serie door alleen maar sterker worden. Personages die we uit de originele serie Breaking Bad al kenden, worden in Better Call Saul uitgediept, krijgen meer vlees om de botten en worden soms in een heel nieuw licht gesteld.
Een prachtig voorbeeld is de scène waarin Gustavo Fring een glas wijn drinkt in een bar (dat spreekt mij natuurlijk aan). De kijker kent hem als een meedogenloze crimineel die koel en berekenend zijn drugsrijk opbouwt, gedreven door het verlies van zijn geliefde Max, die door de chef van het Mexicaanse drugskartel is vermoord. In deze scène krijgen we een zeldzaam inkijkje in zijn gevoeliger kant; schuilt er misschien toch iets goeds in deze man?
Gus neemt plaats in een luxe wijnbar, waar hij duidelijk al vaker is geweest: de sommelier begroet hem hartelijk en de twee raken in gesprek over wijn. David, de sommelier, schenkt Gus een glas in van een zeer exclusieve Côte Rôtie, ‘La Landonne’ van wereldberoemde wijnmaker René Rostaing en vertelt hem over zijn persoonlijke ervaringen in die streek. Gus ontspant en luistert met plezier, niet alleen omdat hij van de wijn geniet, maar ook van zijn gezelschap.
Hij geeft zich zelfs bloot, door te bekennen dat hij na een eerder gesprek met David een bijzonder goed jaar van dezelfde wijn te hebben gekocht. Die bewaart hij tot een speciale gelegenheid om de wijn met iemand te kunnen drinken – hopelijk met David, lees je in zijn gezicht. Maar zodra de kans zich voordoet, maakt Gus zich uit de voeten. We zien zijn gezicht verstrakken en het plezier verdwijnen; de schurk maakt zich weer meester van de levensgenieter.
In vier minuten wordt een intrigerend portret neergezet. Bij Gus Fring is elegantie en verfijnde smaakt deel van het personage dat hij bewust speelt, om zijn illegale activiteiten voor de buitenwereld te verhullen. Aan de bar menen we echter een glimp op te vangen van de echte Gus, die als alle mensen hunkert naar liefde. Kwetsbaar, maar ook vervuld van plezier.
Hoewel acteur Giancarlo Esposito zijn rol briljant speelt, ligt er in deze scène een belangrijke rol voor de wijn. Die staat symbool voor wat Gus Fring drijft: bloeddorst en wraak. Niet alleen de kleur, maar ook de smaak van de wijn reflecteert dat. Sommelier David omschrijft de wijn als vlezig, bijna bloedig, en zegt dat de bodem in Côte Rôtie rijk is aan ijzeroxide, waardoor ook die een rode kleur heeft. Gustavo’s ware aard toont zich in wat hij drinkt: hij is een roofdier (geworden). Misschien was hij ooit wel écht verfijnd en gevoelig, maar zijn jarenlange strijd binnen het drugskartel heeft hem definitief vervormd tot een moordend monster. Net als de kijker dacht ook Gus zelf even terug te stappen in een luchtiger verleden – tot hij besefte dat dat nooit meer zou lukken. Het uitdrukkingsloze gezicht waarmee hij de bar verlaat, is daar de bevestiging van.
René Rostain, Côte-Rotie La Landonne, Rhône jaartal onbekend.