Categories
Het Filosofisch Diner

Goed leven als aardbewoners

Biodiversiteit is van essentieel belang voor een duurzame en groene planeet. Daarom zullen we ons op een andere manier tot de aarde moeten gaan verhouden, bepleitte Michiel Korthals tijdens Het Filosofisch Diner op woensdag 6 maart. Niet alleen tot de aarde als hemellichaam, maar ook letterlijk tot de grond onder onze voeten. Want we zijn blind voor de bijzonder complexe organisatie van ondergrondse organismen die zich op microscopisch niveau afspeelt en die we als (westerse) mens ernstig bedreigen.

Als achtergrond bij de filosofische vragen die Korthals wilde oproepen, schetste hij een stevig natuurwetenschappelijk kader. Hij zoomde uit: de biodiversiteit op aarde is het resultaat van honderden miljoenen jaren evolutie en is sinds het leven op aarde is ontstaan alleen maar toegenomen. Tot de komst van de (industriële) mens, die er met zijn impact een rem op heeft gezet.

En hij zoomde vervolgens in, om te laten zien van welk belang het leven op microscopisch niveau is én wat we daarvan kunnen leren. Want enerzijds is een divers bodemleven essentieel voor gezonde landbouw, die in harmonie werkt met de natuur - anders dan de huidige industriële vorm van landbouw, die homogeen is en de natuur uitput. Anderzijds liet hij zien dat op het kleinste niveau samenwerking of symbiose tussen organismen het uitgangspunt is van gezond leven. Microscopische ecosystemen werken op basis van vertrouwen in plaats van concurrentie, zoals veel wetenschappers het graag presenteren.

Dat riep interessante vragen op over hoe we in de natuur staan: staan we als mens tegenover de natuur of kunnen we ons meer als onderdeel ervan zien? Hoe leven en dood zich tot elkaar verhouden: we zien dood doorgaans als het einde van een cyclus, terwijl de gestorven materie juist andere organismen tot voeding dient. Is de dood in die zin niet de motor van het leven? En ten slotte over de rol van altruïsme en vertrouwen in de evolutie. Korthals gaf zelf toe dat het antropomorf is om iets als ‘vertrouwen’ te projecteren op schimmels en planten; en toch doet die zienswijze meer recht aan de vorm van samenwerking die ondergronds plaatsvindt, dan andere conventionele wetenschappelijke ideeën.

Abstracte ideeën, alleen omdat de schaal zo onvoorstelbaar anders is dan die van de mens. Maar gelukkig kunnen we volgens Korthals op hele pragmatische manier een grotere biodiversiteit stimuleren: eet lokaal, biologisch, bewust en gezond. Daarmee is al een enorme stap gemaakt richting een betere verhouding tot de natuur. Nu is nog de vraag hoe dat over de hele wereld wordt bewerkstelligd…

Categories
Het Filosofisch Diner Leestip

Wouter Kusters – Schokeffecten

Van de vele boeken die filosofen deze dagen wijden aan de klimaatcrisis, behandelen de meeste morele, sociale of politieke vraagstukken: hoe heeft het zover kunnen komen, wat kunnen we eraan doen, kunnen we er überhaupt nog iets aan doen? Ook vragen over wie we als mens zijn en hoe we ons tot de natuur verhouden, komen vaak naar voren: waar we staan we ten opzichte van de natuur, welke rechten en plichten hebben we ten opzichte van haar, waar heeft de natuur recht op?

Wouter Kusters onderzoekt in Schokeffecten een vraag van een andere categorie: hoe reageren we op de crisis waar we ons inmiddels middenin bevinden en wat voor een soort denken is er in en vanuit die reactie mogelijk? In het licht van een naderende catastrofe worden steeds meer mensen overvallen door gevoelens van schok en angst; woorden als klimaatangst, - depressie en -trauma duiken alsmaar vaker op in de media. In tegenstelling tot andere, vaak irrationele angsten, volstaat het hier niet om in behandeling te gaan bij een psycholoog, net zo goed als de bemanning van de Titanic moeilijk tegen de passagiers kon zeggen: ‘het komt wel goed’.

In drie verschillende delen filosofeert Kusters achtereenvolgens over de schok - wat gebeurt er op het moment dat we de diepe en reële ernst van de klimaatcrisis inzien? -, de negatieve effecten die we daarvan ondervinden - en die maar al te vaak terzijde worden geschoven als sta-in-de-weg voor potentiële oplossingen - en in het derde en meest uitgebreide deel over nieuwe manieren van denken in deze tijd. Daarbij graaft hij in het verleden om oorzaken voor de klimaatcrisis te vinden, om te zien welke daarvan aannemelijk zijn en wat we ermee aankunnen in ons denken nu - zonder overigens een enkele gebeurtenis als dé oorzaak aan te wijzen, want dat is onmogelijk.

Kusters’ analyse is te uitgebreid om in enkele zinnen te behandelen. Maar voor zover hij aanbevelingen geeft, laten die zich wel kort en bondig samenvatten. Bij dreigend gevaar in de natuur hebben we instinctief drie reacties: vluchten, vechten of bevriezen. Vluchten is wat de klimaatscepticus doet, vechten wat de ‘ecomodernist’ doet, die gelooft in het heil van de technologie. Bevriezen is wat Kusters ons aanraadt. Stilstaan bij de catastrofale dreiging, deze onder ogen zien en de gevoelde angst omzetten in een doordachte omgang ermee. Duurzaam alarmisme noemt hij het, niet een blinde, maar een filosofische paniek. Daarmee eindigt zijn werk toch nog op een ietwat hoopvolle noot.

Categories
Het Filosofisch Diner Leestip

Bruno Latour – Waar ben ik?

Het is inmiddels een jaar geleden dat de laatste maatregelen tegen Covid-19 werden opgeheven en dat betekent voor de meesten onder ons ‘terug naar normaal’. Hoewel we ons kunnen (en moeten) afvragen of ‘terug’ en ‘normaal' wenselijke categorieën zijn. De Franse denker Bruno Latour wijdde er het op een na laatste boek aan dat verscheen voor zijn dood, afgelopen herfst.

Latour vergelijkt de impact van de lockdown met Die Verwandlung van Kafka. Net zo plotseling als hoofdpersoon Gregor Samsa zich daarin in een ander lichaam bevindt, zijn ook wij wezenlijk veranderd. In Kafka’s verhaal blijft Gregors omgeving hem behandelen vanuit menselijk perspectief, wat uiteindelijk tot zijn dood leidt; Latour bepleit dat we de wereld verkennen vanuit ons nieuwe perspectief, dat hij ‘aards’ noemt en dat niet ten koste gaat van het niet-menselijke.

Hij voert de lezer mee in een ‘filosofische fabel’ en laat zien hoe de lockdownervaring ons kan leren een nieuwe plek te vinden op aarde en een manier om de klimaatcrisis te bezweren. Ook op deze planeet zitten we namelijk in lockdown; slechts een bijzonder klein deel van de aarde is bewoonbaar (de ‘kritische zone’, van net onder het aardoppervlak tot enkele kilometers erboven) en om daarin te kunnen blijven bestaan, zullen we ons moeten realiseren wat de grenzen zijn aan ons handelen en aan de hand daarvan vervolgens keuzes maken over wat we wel en niet kunnen doen.

Waar ben ik?, de vraag uit de titel van het boek, heeft daarmee betrekking op de vervreemding die we ervaarden toen we begin 2020 opeens massaal ons huis opnieuw moesten gaan ontdekken terwijl we grotendeels afgesloten waren van de buitenwereld. Het nieuwe perspectief voelde ongemakkelijk, maar bood ook een kans op reflectie. Het is een vraag die we dus ook moeten stellen als het om de klimaat gaat. Waar ben ik? Waar leef ik? Waarvan leef ik? En hoe bevind ik me temidden van mijn omgeving?

Latour schrijft compact en soms cryptisch over deze vragen, dus aandachtig lezen is vereist. Hij verweeft abstracte verhandelingen met persoonlijke anekdotes, verstopt overal geestige opmerkingen en gebruikt veelvuldig metaforen. En toch rijst uit het geheel een glasheldere boodschap op: we zijn veranderd en moeten in onze nieuwe gedaante verder!

Bruno Latour, Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners. Octavo publicaties.

Categories
Het Filosofisch Diner

Wie denken we dat we zijn?

Wie denken we dat we zijn? Dat was de leidende vraag tijdens het laatste Filosofische Diner van dit seizoen. Nu we in het tijdperk zijn beland waarin de mens een doorslaggevende factor is geworden in de ontwikkeling van klimaat en natuur op onze planeet, is dat een essentiële vraag om te beantwoorden, betoogde ecoloog en filosoof Matthijs Schouten.

Voor een tot op de laatste plek gevulde zaal ging hij vervolgens in op wie de mens kan zijn, en hoe dat zijn relatie met de overige natuur bepaalt. Vanuit de westerse traditie beschouwt de mens zich als heerser over de natuur, de kroon op de schepping; het christendom bracht de notie van een rentmeesterschap naar voren, ofwel het idee dat de natuur aan de mens is gegeven om haar te gebruiken, maar er ook voor te zorgen.

Dat zijn noties die diep geworteld zijn in het denken in de westerse maatschappij volgens Schouten, maar voor een duurzame relatie met de natuur zullen we onszelf op een andere manier moeten definiëren. Daarom introduceerde hij ook de zelfbeelden van de mens als partner van en als participant in de natuur - beide ontleend aan oosterse denkwijzen.

Het was een buitengewoon inspirerende avond, waarbij Schouten de deelnemers vroeg te bespreken tot welke verhouding zij zich ten overstaan van de natuur begrepen - om vervolgens kritisch door te vragen of zij daar ook naar handelden. Dat was natuurlijk de hamvraag; we kunnen wel een antwoord formuleren op de vraag wie we dénken dat we zijn, maar we zijn het pas als ons gedrag daarmee ook in overeenstemming is. Ligt daar dan de sleutel tot een duurzame toekomst?

Categories
Het Filosofisch Diner

Wat is wildernis?

Vrijwel geen stukje groen van Nederland is nog ongecultiveerd. Ook de plekken waarvan we graag zeggen dat de natuur er zonder menselijk ingrijpen zijn gang laten gaan, worden eigenlijk minutieus beheerd op basis van vooropgesteld beleid over hoe wilde natuur eruit zou moeten zien. We houden onszelf eigenlijk een beetje voor de gek en het wordt tijd om daar eens mee op te houden.

Dat is de kern van waar het tijdens Het Filosofisch Diner op 2 november over ging. Botanisch filosoof Norbert Peeters ontmaskerde de liefhebber van de woeste natuur als een romantische idealist die de mens het liefst geheel wegcijfert uit de natuur – denk aan de vele prachtige natuurdocumentaires die er zijn, waarin nooit een menselijke hand te zien is, terwijl die toch zeer aanwezig is. Dus stelde hij de vraag: wat is nou een zinnig begrip van het woord ‘wildernis’?

Voer voor een goed gesprek over hoe de mens binnen de natuur staat en de vele, vele associaties die het wilde oproept tot de vraag of semantische haarkloverij onze relatie met de rest van de natuur überhaupt een stap verder helpt.

Typisch een avond die met meer vragen eindigt dan waar hij begon, maar die wel werd afgerond met een weelderige brownie, gedecoreerd met bloemen, en een ronduit wild stuk spoken word van woordkunstenaar Ike Krijnen, waarin het meest waanzinnige wild werd voorgeschoteld. Dan ogen de taferelen die David Attenborough becommentarieerd ineens een stuk lieflijker.

Categories
Leestip

Norbert Peeters – Wildernis-vernis

Wat houdt het begrip ‘wildernis’ tegenwoordig nog in? Zeker in een land als Nederland is iets als ongerepte natuur ver te zoeken. We leven in een door en door gecultiveerd landschap, ook op plekken waarvan we denken dat die wel wild zijn, stelt botanisch filosoof Norbert Peeters in een essay dat hij hieraan wijdde.

Via een korte geschiedenis van de tuinkunst laat hij zien hoe onze huidige kijk op het wilde sterk is gevormd door een romantische blik op de natuur zoals die zich van de late achttiende eeuw heeft ontwikkeld. Daarin zit een herwaardering voor de wilde natuur; die moet niet meer beheerst worden, maar omarmd. In de aanleg van tuinen en parken toont zich echter nog altijd een sterke drang om te bepalen hoe wild eruit ziet. De mens als scheppende kracht van het wilde is in feite nog altijd heer en meester over de hem omringende natuur.

Dat dit doorwerkt tot in het heden laat Peeters treffend zien aan de hand van hoe het Amsterdamse Vondelpark tegenwoordig beheerd wordt. Er zijn twee weides ingericht als zones die worden herwilderd. De mens is er niet meer welkom, de natuur mag er zijn gang gaan, zo luidt de visie. Toch weet Peeters binnen de kortste keren ook hierin een sterke menselijke hand te herkennen.

Dat roept de vraag op of het niet eens tijd wordt om de verhouding tussen mens en natuur te herzien. Als we de mens buiten de natuur blijven zien staan, zullen we nooit tot een goede verstandhouding met onze omgeving komen; maar waarschijnlijk is ons gedrag een resultaat van de wetenschap dat de overige natuur prima zonder de mens kan. Als we verdwijnen, zijn we zo weer vergeten…

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 2 november, heb je de kans om met Norbert Peeters in gesprek te gaan over zijn boek.

Norbert Peeters, Wildernis-vernis – Een filosoof in het Vondelpark. Noordboek.

 

Categories
Het Filosofisch Diner

Plantenblindheid

66 miljoen jaar geleden zorgde een meteorietinslag voor het uitsterven van een groot deel van het leven op aarde, met name van de dinosauriërs. Waar we echter maar zelden bij stilstaan, is dat ‘leven’ hier altijd gedefinieerd wordt in termen van dierenleven. Een groter deel van de planten overleefde namelijk wél. Dit is tekenend voor de blinde vlek die we als mensen hebben ten opzichte van het plantenrijk. We hebben weinig oog voor de vermogens van planten, of het nou gaat om hun overleven, hun aanpassing of hun vormen van communicatie en sociaal gedrag.

Over deze ‘plantenblindheid’ ging het tijdens een Filosofische Matinee in het Pinksterweekend. Wat betekent deze vooringenomenheid tegen planten precies? Op welke wijze vertonen planten tekenen van intelligentie? En wat zegt dat over onze verhouding met planten?

In de tuin van nomadisch filosofe Renate Schepen bespraken we deze vragen, toepasselijk omgeven door veel groen, dat mogelijk stilletjes meeluisterde. Renate bevroeg plantenkenner Martin Kullik op het thema; hij liet zien dat planten tot veel meer in staat zijn dan we doorgaans denken, maar ook dat ons gebrek aan kennis een bedreiging vormt voor veel plantensoorten. En waar we bedreigde diersoorten nog voor uitsterven willen behoeden, vergaat veel planten dat lot in stilte.

De belangrijkste vraag van de middag was daarmee eigenlijk: hoe ontdoen we ons van plantenblindheid? Daartoe trokken we duinen rond Egmond aan Zee in om letterlijk de ogen te openen voor de plantenrijkdom om ons heen. Daar troffen we natuurlijk duindoorn, maar ook wolfsmelk, wilde asperge en nog vele andere planten waarvan ik de namen ben vergeten – mijn blindheid is nog niet geheel verholpen.

Terug in de tuin praatten we na met heerlijk plantaardig eten en gefermenteerd sap van de vitis vinifera of wijnstok (deze drank kennen we beter als ‘wijn’). Dat is een plant waarvoor we in bepaald opzicht in elk geval minder blind zijn. Nu nog oog krijgen voor de rest.

Categories
Het Filosofisch Diner

Van doemdenken naar doendenken

Het klimaat verandert, de poolkappen smelten, diersoorten sterven uit, tropische regenwouden branden af. Het zijn geen vrolijke berichten die we dagelijks lezen in de krant, die los van boosheid, verdriet of zorg ook de vraag oproepen: ‘wat kan ik daar nou eigenlijk aan doen?’ Met die vraag opende Henk Oosterling afgelopen woensdag zijn pleidooi voor een eco-emancipatie en het antwoord liet hij er vrij snel op volgen: veel meer dan je denkt.

De crux zit hem er volgens Oosterling in dat we de wereld om ons heen vanuit een diep verankerd lineair, pyramidaal perspectief bekijken. Daarin gaat macht maar twee kanten op (top-down of bottom-up) en worden veranderingen teweeggebracht in hiërarchische ketens. Zo bezien maakt het dus niets uit voor het klimaat of ik meer of minder vlees eet, of de auto een dag laat staan. Dat leidt vanzelf tot doemdenken en apathie.

Veel beter is het om een nieuwe blik op de wereld te werpen, en deze als een circulair netwerk te beschouwen. Daarin zijn verschillende handelingsniveaus (het persoonlijke, het maatschappelijke middenveld, die van hogere politieke en financiële macht en de gehele wereld) integraal met elkaar verbonden. Zo bezien werkt dus alles wat je als persoon doet door op andere niveaus. Net zo goed als politieke beslissingen ook uitwerking hebben op handelingen in ons dagelijks leven.

Is dat de geheime sleutel om de deur naar de oplossingen van de gehele klimaatproblematiek open te zetten? Helaas niet. Maar er ligt wel een vruchtbare bodem in Oosterlings denkwijze en met name, zoals hij in de loop van de avond meerdere malen onderstreepte, een hele duidelijke praktische oproep: doe er wat aan! Zet een eerste stap en blijf vervolgens lopen.

Categories
Leestip

Henk Oosterling, Verzet in ecopanische tijden

We voelen ons vaak machteloos tegenover de enorme impact en alomvattendheid van de klimaatcrisis. Heeft het dan nog wel zin om in actie te komen? Oosterling meent van wel, maar dan alleen als we besluiten de bakens werkelijk te verzetten en ons denken over maatschappij en macht op een nieuwe manier vorm te geven.

Zijn analyse van deze ecopanische tijden graaft diep in de fundamenten van het huidige discours. Daarin stapelen de paradoxen zich op – zo zijn we verslaafd aan technologie die ons een gevoel van vrijheid geeft – tot het punt dat we ons bestaan en handelen niet meer kunnen duiden. Tijd dus voor een nieuw discours.

In hoog tempo, maar met veel oog voor detail en nuance, zet Oosterling uiteen hoe we ons in dat nieuwe discours kunnen verzetten om tot een duurzamere omgang met de wereld te komen. Heel kort samengevat moeten we overgaan van doemdenken naar doendenken – deelname aan een netwerkdiscours waarin belangen op verschillende niveaus (van persoonlijk tot gemeenschappelijk en wereldomvattend) verdedigd kunnen worden. 

Oosterling bouwt een complex raamwerk van wijd uitgesponnen gedachten met brede aanknopingspunten, dat diep geworteld is in de kritische (post-)moderne filosofie. Nietzsche, Sartre, Foucault, Adorno, Arendt, alle grote namen komen langs en worden aaneengeregen tot een diepgravende theorie die een vertrekpunt geeft in de praktijk van het menselijk handelen. En daarmee een aanzet om de klimaatproblemen op nieuwe wijze aan te pakken. 

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 4 augustus heb je de kans om met Henk Oosterling in gesprek te gaan over zijn boek.

Henk Oosterling, Verzet in ecopanische tijden – Van ego-emancipatie naar eco-emancipatie. Uitgeverij Lontano.

 

Categories
Leestip

Eva Meijer, Vuurduin

De Maand van de Filosofie staat dit jaar in het teken van de natuur. Of beter gezegd: de stempel die de mens steeds meer op de natuur drukt, de natuur die steeds verder door de mens verdrongen wordt. Dat roept als vanzelf vragen op over hoe de mens zich tot de natuur verhoudt. Daarover schreef Eva Meijer het essay Vuurduin

Tijdens een week op Vlieland, het eiland waar ze vroeger met haar ouders op vakantie ging, reflecteert ze op het verdwijnen van de natuur. Dat wil zeggen, daar waar de mensen zo’n invloed heeft op zijn omgeving, dat die onherroepelijk verandert. De complexe vragen die ze daarmee oproept, concretiseert ze met observaties die ze doet terwijl ze over het eiland wandelt, vergezeld van hond Doris. Dat zijn enerzijds bespiegelingen op het ecosysteem van het eiland, anderzijds herinneringen aan de familiegeschiedenis die ze aan de plek koestert.

En daarmee is het een essay in de zuiverste zin van het woord. Prettig meanderende gedachtes raken aan grote kwesties, die allemaal losjes met elkaar verbonden zijn. Antwoorden zijn er weinig, maar de aanzet om verder te lezen en te denken is er des te sterker. 

Eva Meijer, Vuurduin – Aantekeningen bij een wereld die verdwijnt. Lemniscaat.