Categories
Het Filosofisch Diner

Goed voornemen: meer liegen

Lieg jij wel eens? Met die vraag opende Frank Meester zijn verhaal tijdens het eerste Filosofisch Diner van 2025. De meeste handen gingen omhoog. Heel eerlijk op zich, maar tegenstrijdig met het antwoord - je geeft immers toe dat je antwoord onwaar zou kunnen zijn. Nog tegenstrijdiger is het om te antwoorden dat je nooit liegt: dat kan bijna niet waar zijn is daardoor alleen al een leugen.

Daarmee zette Meester de toon voor een levendige avond waar in de vraag werd uitgediept wat het begrip waarheid inhoudt en hoe we daar in ons sociale leven en de vorming van onze identiteit mee omspringen. Volgens Meester ontbreekt een ultieme fundering in de waarheid, een bepaalde essentie, daarin doorgaans, terwijl we er wel naar handelen alsof die er is. Met die paradox moeten we leren leven; de grote vraag is dan: hoe?

Dat leverde aan tafel mooie gesprekken op over wanneer je wel of niet de waarheid vertelt, hoe vaak je een leugen moet vertellen om hem waarheid te laten worden, wanneer je liever voorgelogen wordt en of het mogelijk is om de leugen uit te bannen (ik vermoed zelf dat de teneur van de avond erop wees van niet). Soms willen we namelijk graag in een onwaarheid geloven omdat ze ons leven verrijkt (Sinterklaas passeerde een aantal keer de revue) of omdat ze ons sociale leven eenvoudiger maakt (het is niet voor niets een conventie om op de vraag ‘hoe gaat het’ ‘goed te antwoorden).

Het spanningsveld tussen leugen, bluf en waarheid werd daarmee niet opgelost, maar in feite juist verder benadrukt, door de verschillende opvattingen die naar voren kwamen. Hoe brei je dan een zinnig einde aan zo’n gesprek? Nou, met een flinke portie bluf: Lonneke van Heugten verwerkte al haar indrukken in een poëtische wrap-up die ze er in vijf minuten uit blufte. Zó bluf je jezelf door het leven.

Categories
Leestip

Frank Meester – Bluf jezelf door het leven

Iedereen vertelt wel eens een leugen. Jij vast ook. Als is het maar om iemand niet voor het hoofd te stoten over diens baby (die eigenlijk helemaal niet mooi is) of kookkunsten (terwijl je een zompige maaltijd zit weg te werken). Maar de gedachte dat we verder altijd de waarheid vertellen en naar de waarheid leven, is eigenlijk heel vreemd, stelt filosoof Frank Meester. In zijn nieuwste boek neemt Meester de leugen of onwaarheid als uitgangspunt voor de samenleving.

Aristoteles typeerde de mens als een animal rationale, Meester heeft het liever over een animal mendax, ofwel een liegbeest. Hij betoogt dat de maatschappij en alle sociale afspraken die we onderling hebben gemaakt zijn gebaseerd op verzinsels. Niet dat die verzinsels leugens zijn in de slechte zin van het woord; er zitten geen kwade intenties achter. Maar het is wel belangrijk om te beseffen dat er achter de meeste dingen waar we in geloven en die we elkaar vertellen, geen fundamentele en bewijsbare waarheid schuilt. Juist het gezamenlijk geloof in waarden en principes zorgt voor binding in de maatschappij, omdat we ondanks het gebrek aan een onderliggende waarheid tóch ons best doen ernaar te leven.

Meester onderzoekt de leugen of de onwaarheid in zijn verschillende verschijningsvormen en bekeken door de lens van verschillende filosofische stromingen en specifieke invalshoeken. Zo komt hij tot een aantal aanbevelingen die de lezer moeten helpen om goed te leren liegen. Goed heeft daarbij de dubbele betekenis van overtuigend, maar ook ethisch gezien correct.

Juist dat laatste is volgens hem van groot belang in het post-truth-tijdperk waarin we ons bevinden: de leugen is al eeuwenlang een politiek instrument, maar viert tegenwoordig hoogtij. Goed liegen (of bluffen) wordt zo tot een deugd, een houding waarmee je jezelf en de samenleving kunt vormgeven. Dus neem je maar voor om in het komende jaar beter (niet per se meer) te gaan liegen.

Categories
Het Filosofisch Diner

Alledaags activisme

We zijn hard op weg om het klimaat om zeep te helpen. En eigenlijk zijn we al te laat om de toegedane schade ongedaan te maken. De temperatuurstijging van gemiddeld 1,5 graden is afgelopen jaar al overschreden. Daarmee is catastrofale klimaatverandering niet meer iets van de toekomst, maar een proces waar we nu al middenin zitten, aldus filosoof en XR-activist Chris Julien, tijdens Het Filosofisch Diner vorige week.

Die boodschap stemt weinig hoopvol. Wat kun je als individu nog doen in het aanzicht van een supercomplex mondiaal fenomeen? Volgens Julien is het verleidelijk je als klimaatontkenner op te stellen, in de zin dat je ontkent dat je in staat bent om in actie te komen. Dat terwijl volgens Julien de mogelijkheid tot verandering besloten ligt in de praktijk van het alledaagse. Daarin kunnen we door kleine handeling als het ware met een hefboom systeemveranderingen verwezenlijken.

Juliens vraag aan de deelnemers was dan ook vanuit welke alledaagse praktijk zij een verandering zouden kunnen bewerkstelligen. Die vraag was niet alleen bedoeld als denkoefening, maar als motivatie om daadwerkelijk aan de bak te gaan. Want, zo zei hij, verandering ontstaat pas in de praktijk. Eerst een ambitieus plan opstellen en met uitgebreide theorie onderbouwen, zorgt niet voor een grotere slagingskans.

Het zit hem er juist in om in het dagelijkse handelen binnen de sfeer van een kleine gemeenschap (denk aan werk of sportclub bijvoorbeeld) iets te ontdekken dat anders kan. Een kleine aanwijzing voor een systeemverandering die van onderop begint, iets wat je misschien nog niet direct volledig kunt vatten, maar wat als zaadje dient om te laten ontkiemen. Een beetje zoals je oog moet hebben voor het toeval, zoals een Filosofisch Diner eerder bleek.

Met dat inzicht moeten we tevens verlost zijn van het denken over activisten als een heel specifieke groep mensen die zich aan een snelweg vastlijmen of soep tegen een schilderij gooien. Julien liet zien dat wij die mensen ook zijn, maar dat de actie bij iedereen anders kan zijn. Het doel blijft alleen hetzelfde: positieve verandering in een wereld die weinig hoop geeft.

Categories
Het Filosofisch Diner

Het Filosofisch Diner XL

Getallen zijn de filosoof wat minder vertrouwd. Getallen kaderen in, geven vaker antwoorden dan dat ze vragen oproepen. En voor zover getallen mysterieus zijn, zijn ze het terrein van de wiskunde. Toch liet het getal 50 mij niet onberoerd toen ik besefte dat Het Filosofisch Diner dat aantal edities aantikt deze herfst. Reden genoeg voor een speciale XL-editie, waar vertrouwde ingrediënten van het diner werden uitvergroot en vermengd met nieuwe, om zo een feestelijke jubileumavond met inhoud te maken.

XL betekende in eerste instantie een groter publiek en vroeg dus ook om een grotere ruimte dan het gebruikelijk café van MidWest. Het feest vond daarom plaats in de Openbare Bibliotheek in de Hallen, waar de boekenkasten tegen de zijkant waren geschoven om het decor te vormen voor een restaurantsetting, met sfeervol aangeklede tafels voor acht personen. Als altijd was Robin Food er voor een heerlijke plantaardige maaltijd van drie gangen.

De inhoud werd gebracht door Denker des Vaderlands Marjan Slob. Zij deed na het voorgerecht haar visie uit de doeken op filosofie als een rationele bezigheid, die weliswaar geestelijk is, maar ook altijd belichaamd en in contact met de concrete werkelijkheid. Vanuit daar ging ze verder in op de rol die emoties en gevoelens spelen in het denken en de vraag hoe ratio en gevoel zich tot elkaar verhouden, tegen de achtergrond van een maatschappij waarin gevoelens steeds meer zonder enige reflectie als argument worden ingezet. Ze had zichzelf de opdracht gesteld om samen met het publiek te onderzoeken hoe emotie en ratio op een zinvolle manier samen kunnen gaan; daartoe eindigde ze met de vraag wat er nodig is om van een emotie tot een argument te komen, om tijdens het hoofdgerecht te bespreken.

Dit leidde tot levendige gesprekken tijdens het eten en om iets daarvan aan Slob en het gehele publiek te kunnen terugkoppelen, konden gasten hun wedervraag aan haar op briefjes noteren. Een aantal van die vragen behandelde zij, wat tot enkele persoonlijke en fraaie interacties met verschillende deelnemers leidde.

Wordbites schreef tijdens dit alles mee, noteerde indrukken, sfeerbeelden en frasen die voorbij kwamen om te gebruiken tijdens een afsluitende act. Samen met trompettist Sybren van Doesum verzorgde hij na het dessert Silent Poetry Techno Aerobics. Als bonte mix van muziek, poëzie en dans was het een act die vorm en inhoud van de avond op zeer treffende wijze samenbracht. Ondersteund door een beat en daarop geïmproviseerde trompetmelodieën liet Wordbites de inhoud van de avond op poëtische manier de revue passeren.

Daarmee werd de avond zoals ze bedoeld was: een feest van de filosofie, waar het kritische denken in de spotlights kwam te staan op een toegankelijke manier, in een sfeer van onderlinge verbondenheid en met een feestelijke saus van plezier erbij geserveerd. XL, deels in kwantiteit, maar met name ook in kwaliteit. Op naar de volgende 50!

Categories
Leestip

Chris Julien – Alledaags activisme

De vraag wat activisme inhoudt en welke invloed protesten hebben op de samenleving als geheel en burgers individueel, is de afgelopen jaren sterk naar de voorgrond getreden. Extinction Rebellion (XR) brengt met nieuwe en onorthodoxe tactieken de zich ontwikkelende klimaatcatastrofe onder de aandacht. Met succes, als het gaat om bereik in elk geval.

En toch moeten we niet denken dat dit ‘straatactivisme’ de enige manier is om verzet te bieden tegen de krachten die het klimaat om zeep helpen. Dat betoogt Chris Julien, die zelf ruimschoots ervaring heeft als activist, maar die tevens fungeert als denker binnen XR. Klimaatverandering is een probleem van dergelijke proporties, dat het de enkeling machteloos laat voelen om er iets aan te kunnen doen. De aanname dat mogelijke verandering alleen ontstaat door middel van straatacties en demonstraties, versterkt het gevoel van machteloosheid alleen maar, aldus Julien.

Hij geeft in zijn boek Alledaags activisme een (nieuw) handelingsperspectief. Veel mensen maken zich terecht zorgen over het klimaat en ja, geeft hij toe, in veel opzichten zijn we al te laat om klimaatverandering tegen te gaan. Het is eerder een kwestie van de schade beperkt houden dan daadwerkelijk repareren. Maar er zijn meer manieren dan een snelweg blokkeren of soep over een schilderij gooien om je punt te maken. De kunst is om jezelf in te zetten als hefboom voor systeemverandering: het klassieke principe waarbij je met weinig kracht een grote massa in beweging krijgt.

Hoe concreet het beeld van de hefboom ook is, het vertelt je niet wat je feitelijk kunt doen. Hoe ziet de activistische praktijk er dan uit? Gelukkig kan Julien daar genoeg voorbeelden van noemen, die inspirerend zijn en tegelijk laten zien dat zich in de activistische praktijk een nieuw beeld ontvouwt van hoe de toekomst eruit kan zien. Door deze praktijken in ons alledaagse leven te verweven, krijgen ze de mogelijkheid om een grotere beweging in gang te zetten - en misschien een maatschappelijk kantelpunt te bereiken.

Niet dat de toekomst daarmee beter wordt - Julien schuwt de belofte van hoop - maar daarmee kunnen we wel aan de slag om een andere toekomst te bewerkstelligen dan die nu voor ons ligt.

Categories
Het Filosofisch Diner

Toeval

In hoeverre is het toeval dat Donald Trump vorige week tot president werd herverkozen? De peilingen hadden zijn klinkende overwinning niet voorzien. De swing states bogen vrijwel allemaal zijn kant op. Hadden ze net zo goed de kant van Harris op kunnen vallen? Daags na Trumps overwinning ging Het Filosofisch Diner over toeval. Dit fenomeen duikt te pas en te onpas op in ons leven (zie bovenstaand voorbeeld) maar het is lastig om er de vinger op te leggen. Jeroen Hopster wijdde er daarom een stevig onderzoek aan, waaruit hij tijdens het diner putte om deelnemers te bevragen over wat het toeval is. Gaat het hierbij simpelweg om dat wat zich niet laat voorspellen, of waar we vooraf niet over weten? Zie de Amerikaanse verkiezingen. Of is het fenomeen lastiger te duiden?

Met prikkelende voorbeelden uit onder andere de kunst, wetenschap, sport en zijn eigen leven, stelde Hopster vragen over de rol van het toeval in het leven. Bestaat het toeval wel? Hoe laat het zich definiëren? Ontwerper en kunstenaar Henk Cornelissen dobbelde net zolang met een dobbelsteen waar alle letters van het woord ‘toeval’ op stonden, tot hij het woord zelf had gegooid. Dat kostte hem elf jaar en meer dan vijfhonderdduizend worden. En hoe kunnen we het toeval herkennen en het een plaats geven in ons eigen leven? De Italiaanse topchef Massimo Bottura ontwikkelde zijn signature dish Oops! I dropped the lemon tart, doordat een collega een fraai dessert liet omvallen en hij in de ontstane chaos een geheel nieuwe schoonheid ontdekte.

Grote vragen, die evengoed betrekking hebben op het ontstaan van het leven (geheel toevallig op deze planeet) als op de veel persoonlijker (maar niet minder kosmische) ontmoeting van de liefde van je leven. Veel stof tot overdenken en bespreken dus, zonder evenwel sluitende antwoorden te vinden op alle vragen. Maar wie alle vragen weet te beantwoorden, bant dan ook het toeval uit. En dat terwijl het toeval precies is wat het leven spanning geeft, zo betoogde Hopster.

Ter afsluiting van de avond trad toevallige naamgenoot Jeroen van Wijk op met een ware ode aan het toeval, hier terug te lezen.

Categories
Leestip

Jeroen Hopster – Toeval

Weinig is alledaagser dan het toeval. We hebben er aan de lopende band mee te maken, van hele simpele gevallen (je draagt dezelfde trui als een ander) tot aan een soort kosmische onwaarschijnlijkheid (je wint twee dagen op rij een enorme prijs in de loterij). Toch is er in de filosofie weinig aandacht voor dit fenomeen. Er wordt vaak gepraat over het omarmen of juist afweren van het (nood)lot; andere vormen van toeval laten filosofen liever over aan natuur- en wiskundigen. Over de verscheidenheid van vormen die toeval aanneemt en de vraag wat we daarmee aanmoeten, hoor je dus niet veel.

Filosoof en historicus Jeroen Hopster heeft het daarom op zich genomen om het toeval eens zorgvuldig onder de loep te nemen. In zijn boek, dat niet geheel toevallig Toeval heet, zoekt hij naar een antwoord op de vraag wat het toeval is en hoe we ermee om moeten of kunnen gaan. Al snel wordt duidelijk dat daar geen eenduidig antwoord op mogelijk is. De toevallige ontmoeting tussen twee vrienden in de kroeg is lastig te vergelijken met getroffen worden door de bliksem - terwijl beiden evident toevallig zijn, in de zin van afhankelijk van een groot aantal factoren die met elkaar gezamenlijk de uitkomst van een situatie bepalen.

Hij formuleert daarom in de loop van het boek een aantal toevalswetten, algemene stelregels die op de meeste toevallige situaties van toepassing kunnen zijn. Daarmee identificeert hij gelijktijdig verschillende manieren om behendig met het toeval om te gaan. Want hoewel we het toeval niet kunnen beheersen, kunnen we er wel iets van controle over uitvoeren.

Dat onderzoek voert de lezer mee door tweeduizend jaar westerse geschiedenis, met tal van filosofische anekdotes en persoonlijke toevalsverhalen, maar ook de expliciete vraag hoe urgente maatschappelijke problemen vorm geven aan toeval. Denk aan de groeiende rol van kunstmatige intelligentie, het ontsporende klimaat en de status van de democratie. Zo beschouwd vorm het toeval een onmisbare factor in de vraag hoe we denken en handelen en daarmee is dit boek een waardevolle toevoeging aan het filosofische debat.

Jeroen Hopster, Toeval - Een onvoorziene filosofie. Boom Filosofie.

Categories
Het Filosofisch Diner

Data in de zorg

Hoe ziet de gezondheidszorg van de toekomst eruit? Wie daarop googlet, komt al snel afbeeldingen tegen van dokters die (opvallend vaak in een zeer blauwe omgeving) druk in de weer zijn met digitale media - schermen of VR-brillen - waarmee ze allerhande data verwerken. Patiënten (toch doorgaans de focus van de zorg) schitteren door afwezigheid.

Met een aantal van deze plaatjes illustreerde hoogleraar Ethiek van de gezondheidszorg Marianne Boenink vorige week tijdens Het Filosofisch Diner dat we een groeiende rol zien voor kunstmatige intelligentie als het gaat om onze gezondheid. En terwijl de kwaliteit van de zorg daarmee mogelijk toeneemt, is het van belang, zo bepleitte ze, dat we stilstaan bij de onvoorziene effecten van al die technologie.

Want met de toename van het oogsten van data over patiënten (en gezonde mensen) verandert ons begrippenkader; technologie is immers, zoals Marianne Boenink overtuigend betoogde, niet neutraal, maar vormt de manier waarop we onszelf en onze omgeving waarnemen. ‘Gezond’ en ‘ziek’ krijgen zodoende nieuwe betekenissen in het licht van data in de zorg. Daarover ontstond tussen de deelnemers een boeiend gesprek waarin nieuwe technologie zowel werd geloofd als bekritiseerd.

Duidelijk werd dat het een dans op het slappe koord is als het gaat om de mate waarin we data over onze gezondheid willen laten verzamelen. Nee, we willen niet dat onze premie van de zorgverzekering stijgt als bekend wordt dat we verhoogd risico hebben op een bepaalde aandoening. Maar ja, we zouden er wel op willen anticiperen - voorkomen is beter dan genezen. En op die tweespalt eindigde de avond - wetend dat een antwoord welkom zou zijn, maar dat de technologie momenteel nog het voortouw neemt.

Categories
Het Filosofisch Diner

Blinde vlekken

Discriminiatie is verboden; in de grondwet is vastgelegd dat we geen onderscheid mogen maken tussen mensen op basis van geloof, gender, seksualiteit, etniciteit, politieke overtuiging of fysieke of geestelijke beperking. Dat lijkt helder, maar het laat de vraag open wanneer er sprake is van discriminatie. Lieke Asma ging daarom tijdens Het Filosofisch Diner in op de vraag wat discriminatie eigenlijk is en hoe we het kunnen voorkomen.

Volgens haar is het grootste deel van discriminerend gedrag onbedoeld of onbewust: we denken dat we juist handelen, willen dat ook, maar maken in de praktijk keuzes die toch door laten schemeren dat we discrimineren. Uitgebreid psychologisch onderzoek heeft dit wetenschappelijk aangetoond, maar geeft volgens Asma geen bevredigende verklaring voor de discrepantie tussen wat we doen en wat we denken dat we doen.

Ze bepleitte daarom een perspectief dat niet zozeer is gericht op degene die (onbedoeld of onbewust) discrimineert, maar juist op de context waarin dat gebeurt. Daarbinnen speelt namelijk altijd een maatschappelijk ingebedde normativiteit mee, die ons handelen mede bepaalt. Zo kan het dat het geslacht bij de keuze tussen een mannelijke en vrouwelijke sollicitant meespeelt, omdat er nog steeds een maatschappelijke norm bestaat die de voorkeur geeft aan mannen boven vrouwen. Ook als we die norm niet onderschrijven.

Hoe herkennen we gevallen van discriminatie dan? En hoe veranderen we die patronen? Normen, zo klonk het uit het publiek, zijn abstracte gedragsregels. We kunnen ze wel expliciet maken om bewustzijn ervan te creëren, maar de uitdaging is juist om ze in concrete situaties te herkennen en ze van daaruit aan de kaak te stellen. Een oefening die vraagt om flink wat reflectie en een open houding. Die was er tijdens het diner gelukkig al wel, nu nog in de rest van de wereld.

Categories
Leestip

Lieke Asma – Blinde vlekken

Onderscheid maken doen we aan de lopende band. Het is een automatisch psychologisch proces dat ons helpt om keuzes te maken en ons te handhaven. ‘Discrimineren’ in die brede betekenis van het woord is heel zinvol. We maken onderscheid tussen gezond en ongezond of zelfs rot eten. Tussen een veilige en onveilige manier om de weg over te steken. Kort gezegd: we herkennen zaken, categoriseren ze en handelen op basis daarvan.

Met betrekking tot andere groepen of individuen kunnen dergelijke mechanismen minder wenselijk zijn. Het kan leiden tot kwetsend of schadelijk gedrag. Keuzes of aannames maken op basis van iemands huidskleur, geslacht of fysieke beperkingen is bovendien niet alleen moreel verwerpelijk, het kan ook strafbaar zijn. En toch doen we het veel vaker dan we denken (en willen) volgens filosoof en psycholoog Lieke Asma.

Haar boek Blinde vlekken laat zien dat mensen een sterke neiging vertonen tot discriminerend gedrag. De vraag die ze aan de kaak stelt is: hoe kan er zo’n verschil bestaan tussen hoe we denken te handelen en wat ons handelen eigenlijk inhoudt? Terugvallen op psychologische verklaringen voor ons moreel verwerpelijke gedrag is haar te gemakkelijk. Het is verleidelijk om je als mens te verschuilen achter je natuur: ‘zo zit ik nou eenmaal in elkaar.’ Maar het gaat hier om gedragingen die in de buitenwereld plaatsvinden en daar ook gevolgen hebben. Daar kunnen we dus best verantwoordelijkheid voor nemen.

Daarvoor is het, zo laat Asma zien, niet voldoende om discriminatie in termen van een innerlijk psychologisch proces te zien. We moeten de blik naar buiten richten en bepalen wat we in ons gedrag en handelen kunnen veranderen, discriminatie te herkennen en zo te voorkomen. En dat is juist lastiger binnen een grillige en complexe realiteit; die vraagt om een actieve en reflectieve houding. Daarmee is nog niet eens de oplossing geboden om discriminatie eens en voor altijd de wereld uit te helpen, maar wel een kleine stap in de goede richting.