Categories
Het Filosofisch Diner

Goed voornemen: meer liegen

Lieg jij wel eens? Met die vraag opende Frank Meester zijn verhaal tijdens het eerste Filosofisch Diner van 2025. De meeste handen gingen omhoog. Heel eerlijk op zich, maar tegenstrijdig met het antwoord - je geeft immers toe dat je antwoord onwaar zou kunnen zijn. Nog tegenstrijdiger is het om te antwoorden dat je nooit liegt: dat kan bijna niet waar zijn is daardoor alleen al een leugen.

Daarmee zette Meester de toon voor een levendige avond waar in de vraag werd uitgediept wat het begrip waarheid inhoudt en hoe we daar in ons sociale leven en de vorming van onze identiteit mee omspringen. Volgens Meester ontbreekt een ultieme fundering in de waarheid, een bepaalde essentie, daarin doorgaans, terwijl we er wel naar handelen alsof die er is. Met die paradox moeten we leren leven; de grote vraag is dan: hoe?

Dat leverde aan tafel mooie gesprekken op over wanneer je wel of niet de waarheid vertelt, hoe vaak je een leugen moet vertellen om hem waarheid te laten worden, wanneer je liever voorgelogen wordt en of het mogelijk is om de leugen uit te bannen (ik vermoed zelf dat de teneur van de avond erop wees van niet). Soms willen we namelijk graag in een onwaarheid geloven omdat ze ons leven verrijkt (Sinterklaas passeerde een aantal keer de revue) of omdat ze ons sociale leven eenvoudiger maakt (het is niet voor niets een conventie om op de vraag ‘hoe gaat het’ ‘goed te antwoorden).

Het spanningsveld tussen leugen, bluf en waarheid werd daarmee niet opgelost, maar in feite juist verder benadrukt, door de verschillende opvattingen die naar voren kwamen. Hoe brei je dan een zinnig einde aan zo’n gesprek? Nou, met een flinke portie bluf: Lonneke van Heugten verwerkte al haar indrukken in een poëtische wrap-up die ze er in vijf minuten uit blufte. Zó bluf je jezelf door het leven.

Categories
Het Filosofisch Diner

Alledaags activisme

We zijn hard op weg om het klimaat om zeep te helpen. En eigenlijk zijn we al te laat om de toegedane schade ongedaan te maken. De temperatuurstijging van gemiddeld 1,5 graden is afgelopen jaar al overschreden. Daarmee is catastrofale klimaatverandering niet meer iets van de toekomst, maar een proces waar we nu al middenin zitten, aldus filosoof en XR-activist Chris Julien, tijdens Het Filosofisch Diner vorige week.

Die boodschap stemt weinig hoopvol. Wat kun je als individu nog doen in het aanzicht van een supercomplex mondiaal fenomeen? Volgens Julien is het verleidelijk je als klimaatontkenner op te stellen, in de zin dat je ontkent dat je in staat bent om in actie te komen. Dat terwijl volgens Julien de mogelijkheid tot verandering besloten ligt in de praktijk van het alledaagse. Daarin kunnen we door kleine handeling als het ware met een hefboom systeemveranderingen verwezenlijken.

Juliens vraag aan de deelnemers was dan ook vanuit welke alledaagse praktijk zij een verandering zouden kunnen bewerkstelligen. Die vraag was niet alleen bedoeld als denkoefening, maar als motivatie om daadwerkelijk aan de bak te gaan. Want, zo zei hij, verandering ontstaat pas in de praktijk. Eerst een ambitieus plan opstellen en met uitgebreide theorie onderbouwen, zorgt niet voor een grotere slagingskans.

Het zit hem er juist in om in het dagelijkse handelen binnen de sfeer van een kleine gemeenschap (denk aan werk of sportclub bijvoorbeeld) iets te ontdekken dat anders kan. Een kleine aanwijzing voor een systeemverandering die van onderop begint, iets wat je misschien nog niet direct volledig kunt vatten, maar wat als zaadje dient om te laten ontkiemen. Een beetje zoals je oog moet hebben voor het toeval, zoals een Filosofisch Diner eerder bleek.

Met dat inzicht moeten we tevens verlost zijn van het denken over activisten als een heel specifieke groep mensen die zich aan een snelweg vastlijmen of soep tegen een schilderij gooien. Julien liet zien dat wij die mensen ook zijn, maar dat de actie bij iedereen anders kan zijn. Het doel blijft alleen hetzelfde: positieve verandering in een wereld die weinig hoop geeft.

Categories
Het Filosofisch Diner

Het Filosofisch Diner XL

Getallen zijn de filosoof wat minder vertrouwd. Getallen kaderen in, geven vaker antwoorden dan dat ze vragen oproepen. En voor zover getallen mysterieus zijn, zijn ze het terrein van de wiskunde. Toch liet het getal 50 mij niet onberoerd toen ik besefte dat Het Filosofisch Diner dat aantal edities aantikt deze herfst. Reden genoeg voor een speciale XL-editie, waar vertrouwde ingrediënten van het diner werden uitvergroot en vermengd met nieuwe, om zo een feestelijke jubileumavond met inhoud te maken.

XL betekende in eerste instantie een groter publiek en vroeg dus ook om een grotere ruimte dan het gebruikelijk café van MidWest. Het feest vond daarom plaats in de Openbare Bibliotheek in de Hallen, waar de boekenkasten tegen de zijkant waren geschoven om het decor te vormen voor een restaurantsetting, met sfeervol aangeklede tafels voor acht personen. Als altijd was Robin Food er voor een heerlijke plantaardige maaltijd van drie gangen.

De inhoud werd gebracht door Denker des Vaderlands Marjan Slob. Zij deed na het voorgerecht haar visie uit de doeken op filosofie als een rationele bezigheid, die weliswaar geestelijk is, maar ook altijd belichaamd en in contact met de concrete werkelijkheid. Vanuit daar ging ze verder in op de rol die emoties en gevoelens spelen in het denken en de vraag hoe ratio en gevoel zich tot elkaar verhouden, tegen de achtergrond van een maatschappij waarin gevoelens steeds meer zonder enige reflectie als argument worden ingezet. Ze had zichzelf de opdracht gesteld om samen met het publiek te onderzoeken hoe emotie en ratio op een zinvolle manier samen kunnen gaan; daartoe eindigde ze met de vraag wat er nodig is om van een emotie tot een argument te komen, om tijdens het hoofdgerecht te bespreken.

Dit leidde tot levendige gesprekken tijdens het eten en om iets daarvan aan Slob en het gehele publiek te kunnen terugkoppelen, konden gasten hun wedervraag aan haar op briefjes noteren. Een aantal van die vragen behandelde zij, wat tot enkele persoonlijke en fraaie interacties met verschillende deelnemers leidde.

Wordbites schreef tijdens dit alles mee, noteerde indrukken, sfeerbeelden en frasen die voorbij kwamen om te gebruiken tijdens een afsluitende act. Samen met trompettist Sybren van Doesum verzorgde hij na het dessert Silent Poetry Techno Aerobics. Als bonte mix van muziek, poëzie en dans was het een act die vorm en inhoud van de avond op zeer treffende wijze samenbracht. Ondersteund door een beat en daarop geïmproviseerde trompetmelodieën liet Wordbites de inhoud van de avond op poëtische manier de revue passeren.

Daarmee werd de avond zoals ze bedoeld was: een feest van de filosofie, waar het kritische denken in de spotlights kwam te staan op een toegankelijke manier, in een sfeer van onderlinge verbondenheid en met een feestelijke saus van plezier erbij geserveerd. XL, deels in kwantiteit, maar met name ook in kwaliteit. Op naar de volgende 50!

Categories
Het Filosofisch Diner

Toeval

In hoeverre is het toeval dat Donald Trump vorige week tot president werd herverkozen? De peilingen hadden zijn klinkende overwinning niet voorzien. De swing states bogen vrijwel allemaal zijn kant op. Hadden ze net zo goed de kant van Harris op kunnen vallen? Daags na Trumps overwinning ging Het Filosofisch Diner over toeval. Dit fenomeen duikt te pas en te onpas op in ons leven (zie bovenstaand voorbeeld) maar het is lastig om er de vinger op te leggen. Jeroen Hopster wijdde er daarom een stevig onderzoek aan, waaruit hij tijdens het diner putte om deelnemers te bevragen over wat het toeval is. Gaat het hierbij simpelweg om dat wat zich niet laat voorspellen, of waar we vooraf niet over weten? Zie de Amerikaanse verkiezingen. Of is het fenomeen lastiger te duiden?

Met prikkelende voorbeelden uit onder andere de kunst, wetenschap, sport en zijn eigen leven, stelde Hopster vragen over de rol van het toeval in het leven. Bestaat het toeval wel? Hoe laat het zich definiëren? Ontwerper en kunstenaar Henk Cornelissen dobbelde net zolang met een dobbelsteen waar alle letters van het woord ‘toeval’ op stonden, tot hij het woord zelf had gegooid. Dat kostte hem elf jaar en meer dan vijfhonderdduizend worden. En hoe kunnen we het toeval herkennen en het een plaats geven in ons eigen leven? De Italiaanse topchef Massimo Bottura ontwikkelde zijn signature dish Oops! I dropped the lemon tart, doordat een collega een fraai dessert liet omvallen en hij in de ontstane chaos een geheel nieuwe schoonheid ontdekte.

Grote vragen, die evengoed betrekking hebben op het ontstaan van het leven (geheel toevallig op deze planeet) als op de veel persoonlijker (maar niet minder kosmische) ontmoeting van de liefde van je leven. Veel stof tot overdenken en bespreken dus, zonder evenwel sluitende antwoorden te vinden op alle vragen. Maar wie alle vragen weet te beantwoorden, bant dan ook het toeval uit. En dat terwijl het toeval precies is wat het leven spanning geeft, zo betoogde Hopster.

Ter afsluiting van de avond trad toevallige naamgenoot Jeroen van Wijk op met een ware ode aan het toeval, hier terug te lezen.

Categories
Het Filosofisch Diner

Data in de zorg

Hoe ziet de gezondheidszorg van de toekomst eruit? Wie daarop googlet, komt al snel afbeeldingen tegen van dokters die (opvallend vaak in een zeer blauwe omgeving) druk in de weer zijn met digitale media - schermen of VR-brillen - waarmee ze allerhande data verwerken. Patiënten (toch doorgaans de focus van de zorg) schitteren door afwezigheid.

Met een aantal van deze plaatjes illustreerde hoogleraar Ethiek van de gezondheidszorg Marianne Boenink vorige week tijdens Het Filosofisch Diner dat we een groeiende rol zien voor kunstmatige intelligentie als het gaat om onze gezondheid. En terwijl de kwaliteit van de zorg daarmee mogelijk toeneemt, is het van belang, zo bepleitte ze, dat we stilstaan bij de onvoorziene effecten van al die technologie.

Want met de toename van het oogsten van data over patiënten (en gezonde mensen) verandert ons begrippenkader; technologie is immers, zoals Marianne Boenink overtuigend betoogde, niet neutraal, maar vormt de manier waarop we onszelf en onze omgeving waarnemen. ‘Gezond’ en ‘ziek’ krijgen zodoende nieuwe betekenissen in het licht van data in de zorg. Daarover ontstond tussen de deelnemers een boeiend gesprek waarin nieuwe technologie zowel werd geloofd als bekritiseerd.

Duidelijk werd dat het een dans op het slappe koord is als het gaat om de mate waarin we data over onze gezondheid willen laten verzamelen. Nee, we willen niet dat onze premie van de zorgverzekering stijgt als bekend wordt dat we verhoogd risico hebben op een bepaalde aandoening. Maar ja, we zouden er wel op willen anticiperen - voorkomen is beter dan genezen. En op die tweespalt eindigde de avond - wetend dat een antwoord welkom zou zijn, maar dat de technologie momenteel nog het voortouw neemt.

Categories
Het Filosofisch Diner

Blinde vlekken

Discriminiatie is verboden; in de grondwet is vastgelegd dat we geen onderscheid mogen maken tussen mensen op basis van geloof, gender, seksualiteit, etniciteit, politieke overtuiging of fysieke of geestelijke beperking. Dat lijkt helder, maar het laat de vraag open wanneer er sprake is van discriminatie. Lieke Asma ging daarom tijdens Het Filosofisch Diner in op de vraag wat discriminatie eigenlijk is en hoe we het kunnen voorkomen.

Volgens haar is het grootste deel van discriminerend gedrag onbedoeld of onbewust: we denken dat we juist handelen, willen dat ook, maar maken in de praktijk keuzes die toch door laten schemeren dat we discrimineren. Uitgebreid psychologisch onderzoek heeft dit wetenschappelijk aangetoond, maar geeft volgens Asma geen bevredigende verklaring voor de discrepantie tussen wat we doen en wat we denken dat we doen.

Ze bepleitte daarom een perspectief dat niet zozeer is gericht op degene die (onbedoeld of onbewust) discrimineert, maar juist op de context waarin dat gebeurt. Daarbinnen speelt namelijk altijd een maatschappelijk ingebedde normativiteit mee, die ons handelen mede bepaalt. Zo kan het dat het geslacht bij de keuze tussen een mannelijke en vrouwelijke sollicitant meespeelt, omdat er nog steeds een maatschappelijke norm bestaat die de voorkeur geeft aan mannen boven vrouwen. Ook als we die norm niet onderschrijven.

Hoe herkennen we gevallen van discriminatie dan? En hoe veranderen we die patronen? Normen, zo klonk het uit het publiek, zijn abstracte gedragsregels. We kunnen ze wel expliciet maken om bewustzijn ervan te creëren, maar de uitdaging is juist om ze in concrete situaties te herkennen en ze van daaruit aan de kaak te stellen. Een oefening die vraagt om flink wat reflectie en een open houding. Die was er tijdens het diner gelukkig al wel, nu nog in de rest van de wereld.

Categories
Het Filosofisch Diner

Ik beweeg, dus ik ben

Zijn wij ons brein? Of zijn we ons lichaam? In het laatste Filosofische Diner voor de zomerstop sprak Aldo Houterman over deze vragen, zonder het antwoord overigens te geven. Want het stellen van beide vragen impliceert al een kloof tussen lichaam en geest, die volgens Houterman hardnekkig in het Westerse denken vastzit.

Vanaf Plato, via vroege christelijke denkers tot aan de Renaissance en de opkomst van het moderne denken met Descartes, bestaat er een schema dat de mens opdeelt in een denkend deel en een fysiek deel, een brein en een lichaam. Ook de moderne wetenschappen, hanteren een dergelijk schema. Binnen dat schema bestaat een hiërarchische verdeling; vrijwel altijd is het lichaam ondergeschikt aan het brein.

Door onderzoek naar lichamelijkheid in de filosofie, maar ook kunst en sport, probeert Houterman dat beeld te kenteren. Want is er niet veel meer voor te zeggen dat ons denken en onze fysieke activiteit samenvallen? Laten ervaren sporters niet zien dat het lichaam als een geheel functioneert in verbinding met zijn omgeving, in plaats van als een automaat die door een centraal orgaan wordt aangestuurd? En laat onze zintuiglijke waarneming niet zien dat het lichaam op heel veel verschillende manieren kan kennen en gekend worden?

In een breed uitwaaierend gesprek ging het over hoe dansers in hun beweging niet alleen vaardigheid, maar ook emotie uitdrukken, over de vraag wat fysieke beperkingen en verlamming leert over de vermeende kloof tussen brein en lichaam en over de vraag wat beweging eigenlijk is. We vatten het namelijk op als gestuurde activiteit, terwijl nader beschouwd het levende lichaam als vanzelf altijd in beweging is - zou je beweging als een bestaansvoorwaarde kunnen zien? Ik beweeg, dus ik ben…

Vorm en inhoud vielen mooi samen, want er werd veel gedacht, veel gegeten en veel gepraat - al die activiteiten door elkaar, vanuit en mét het lichaam. Tot iedereen, geestelijk en lichamelijk verzadigd (hetgeen dus op hetzelfde neer zou kunnen komen) naar de afsluitende woorden van Lonneke van Heugten luisterde, die in dichtvorm de hele avond nog eens samenvatte. Een prachtige afsluiter van een verrijkend seizoen aan Filosofische Diners.

Categories
Het Filosofisch Diner

Taal geven aan muziek

Plotseling was het afgelopen woensdag zomer. Terwijl de omstandigheden een week eerder nog ronduit winters waren, scheen de zon volop en was het broeierig warm. Dat was reden genoeg om Het Filosofisch Diner die avond naar buiten te verplaatsen, om omringd door het groen te eten en te praten over muziek.

Jos Kessels hield een fraai verhaal over hoe we muziek ervaren, hoe we daar taal aan kunnen geven en welke kennis we daarvan kunnen opdoen over onszelf en de wereld. Hoognodig, vindt hij, want in de hedendaagse wereld wordt muziek te sterk gereduceerd tot vorm. De moderne wetenschap benadert muziek rationeel, wil haar analyseren en verklaren tot in het kleinste detail, maar laat weinig ruimte over voor wat muziek betekent.

In vroeger tijden werd de wereld geanalyseerd in termen van muziek; in de gehele kosmische ordening was muzikaliteit te ontdekken, meenden klassieke denkers. Van die notie is weinig meer over tegenwoordig. We hoeven daar ook niet naar terug, meent Kessels, maar we kunnen er zeker van leren. Want juist in het ongrijpbare, wat we niet rationeel op begrip kunnen brengen, liggen waardevolle inzichten over de wereld. Muziek is daar een uitdrukking van en onze verbeelding kan helpen om die betekenis ook in taal uit te drukken.

Temidden van het omgevingsgeluid waar de muziek van alle kanten binnen leek te stromen (tjirpende vogels, zingende buren) vroeg hij deelnemers om te reflecteren of zij muziek ook zo zagen, en om onder woorden te brengen wat muziek bij hen teweeg bracht en wat ze dat leerde over henzelf. Lastige vragen met nog lastiger antwoorden, maar dat bracht juist mooi aan het licht hoe waardevol het is om te zoeken naar andere manieren om over muziek te praten. En om te illustreren dát taal en muziek kunnen versmelten, sloot Wordbites af met een muzikale tekst, verweven met mijn eigen gitaarspel. Tekst en klank gaven elkaar betekenis. De muziek kreeg haar taal.

Categories
Het Filosofisch Diner

Hoe verbeter je je moraal?

We houden er allemaal ideeën op na over wat goed en slecht is en hoe we daarnaar kunnen handelen. Een van de taken van de filosofie is om daar helderheid in te scheppen en vragen bij te stellen en zo te laten zien waarom we denken en handelen zoals we doen, en hoe dat anders kan. Zo worden ethische theorieën opgebouwd.

Klaas Rozemond ontwerpt in zijn boek De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren niet de zoveelste theorie over goed en kwaad, maar zet juist de grote westerse tradities op dat vlak naast elkaar en vergelijkt ze, om de lezer zo te stimuleren om bij zichzelf te rade te gaan welke moraal hij er zelf op nahoudt en of en hoe die verbeterd kan worden.

Dat is ook precies de opdracht die hij meegaf aan het publiek tijdens Het Filosofisch Diner op 3 april: reflecteer eens kritisch op de morele regels waar je naar handelt, bedenk hoe die zijn vormgegeven en overweeg vervolgens of je daar verbetering in kunt aanbrengen. Dat was (uiteraard) geen eenvoudige opgave, want vele eeuwen aan filosofen hebben zich hier ook al over gebogen zonder een sluitend antwoord te geven.

Maar dat definitieve antwoord hoeft misschien ook niet gegeven te worden; dat impliceert iets van een openbaring, een puzzelstukje waardoor alles op zijn plaats valt. Een dergelijke religieuze opvatting van moraal was er een die Rozemond liever verwierp. Nee, aan je moraal kun je blijven sleutelen. Je leefregels veranderen door de tijd heen toch wel. Beter om je er goed in te oefenen en vooral, zoals een van gasten terecht opmerkte, je best doen om niet alleen regels op te stellen, maar er daadwerkelijk naar te handelen. Dan gaat je moraal pas echt vooruit.

Categories
Het Filosofisch Diner

Goed leven als aardbewoners

Biodiversiteit is van essentieel belang voor een duurzame en groene planeet. Daarom zullen we ons op een andere manier tot de aarde moeten gaan verhouden, bepleitte Michiel Korthals tijdens Het Filosofisch Diner op woensdag 6 maart. Niet alleen tot de aarde als hemellichaam, maar ook letterlijk tot de grond onder onze voeten. Want we zijn blind voor de bijzonder complexe organisatie van ondergrondse organismen die zich op microscopisch niveau afspeelt en die we als (westerse) mens ernstig bedreigen.

Als achtergrond bij de filosofische vragen die Korthals wilde oproepen, schetste hij een stevig natuurwetenschappelijk kader. Hij zoomde uit: de biodiversiteit op aarde is het resultaat van honderden miljoenen jaren evolutie en is sinds het leven op aarde is ontstaan alleen maar toegenomen. Tot de komst van de (industriële) mens, die er met zijn impact een rem op heeft gezet.

En hij zoomde vervolgens in, om te laten zien van welk belang het leven op microscopisch niveau is én wat we daarvan kunnen leren. Want enerzijds is een divers bodemleven essentieel voor gezonde landbouw, die in harmonie werkt met de natuur - anders dan de huidige industriële vorm van landbouw, die homogeen is en de natuur uitput. Anderzijds liet hij zien dat op het kleinste niveau samenwerking of symbiose tussen organismen het uitgangspunt is van gezond leven. Microscopische ecosystemen werken op basis van vertrouwen in plaats van concurrentie, zoals veel wetenschappers het graag presenteren.

Dat riep interessante vragen op over hoe we in de natuur staan: staan we als mens tegenover de natuur of kunnen we ons meer als onderdeel ervan zien? Hoe leven en dood zich tot elkaar verhouden: we zien dood doorgaans als het einde van een cyclus, terwijl de gestorven materie juist andere organismen tot voeding dient. Is de dood in die zin niet de motor van het leven? En ten slotte over de rol van altruïsme en vertrouwen in de evolutie. Korthals gaf zelf toe dat het antropomorf is om iets als ‘vertrouwen’ te projecteren op schimmels en planten; en toch doet die zienswijze meer recht aan de vorm van samenwerking die ondergronds plaatsvindt, dan andere conventionele wetenschappelijke ideeën.

Abstracte ideeën, alleen omdat de schaal zo onvoorstelbaar anders is dan die van de mens. Maar gelukkig kunnen we volgens Korthals op hele pragmatische manier een grotere biodiversiteit stimuleren: eet lokaal, biologisch, bewust en gezond. Daarmee is al een enorme stap gemaakt richting een betere verhouding tot de natuur. Nu is nog de vraag hoe dat over de hele wereld wordt bewerkstelligd…