Categories
Het Filosofisch Diner

Dineren in verwondering

Na een lange, lange periode van sociale isolatie en beperkte bewegingsmogelijkheden was het woensdag eindelijk weer mogelijk een Filosofisch Diner te houden. Merlijn Twaalfhoven hield een gepassioneerd pleidooi om ons meer open te stellen voor de verwondering, om de wereld meer als een kunstenaar te benaderen. Want hoewel we de kunstenaar steeds meer als een professional of een specialist zijn gaan zien, hebben we het juist allemaal in ons om de wereld vanuit een kunstzinnige, intuïtieve blik te aanschouwen.

Door je meer open te stellen voor het onverwachte en je te laten verwonderen door je omgeving, train je je zintuigen als het ware om opmerkzaam te worden voor subtiele prikkels. Precies die houding, waarin je de wereld net op een andere manier beziet dan wanneer je er op een rechttoe rechtaan rationele wijze in staat, kan je in staat stellen om in problematische, complexe situaties een verrassende oplossing of uitweg te zien.

Juist die verwondering en de zoektocht naar nieuwe prikkels kunnen we na een dik jaar corona wel gebruiken. Nog los van sociale isolatie, kon ook het virus zelf totaal verlammend zijn voor elke zintuiglijke waarneming, zo vertelde een deelneemster uit eigen ervaring. Niet alleen door het smaak- en reukverlies dat kan optreden, maar ook simpelweg door de vermoeidheid die het met zich meebrengt, waardoor elke prikkel er al snel een teveel is.

Tijd dus om een appel te doen op de kunstenaar in onszelf. Merlijn werkt daar al twintig jaar aan, onder andere door het organiseren van ontregelde concerten waarbij de rollen van publiek en artiest soms door elkaar lopen en worden omgedraaid. In die geest sloot Lieke Dijkstra de avond af met een poëtische performance waarbij de toeschouwer opeens op het podium bleek te staan. Interactie zoals die alleen kan bestaan in de fysieke ontmoeting. Wat een genot dat dat weer kan.

Categories
Column Het Filosofisch Diner

De kunstenaar en de kok

‘Ben jij een kunstenaar?’ is eigenlijk een beetje dezelfde vraag als ‘ben jij een kok?’ Je zult misschien geneigd zijn er terughoudend op te antwoorden: ik kan helemaal niet schilderen/musiceren/dansen, of: ik kan dat wel, maar puur uit liefhebberij, ik ben geen prof. Maar dat gaat voorbij aan wat de essentie is van kunstenaarschap: de kracht om iets te verbeelden. Dat kunnen we allemaal, maar we zijn geneigd om die vaardigheid alleen toe te schrijven aan wie daar betaald voor krijgt (of: gesubsidieerd wordt). 

Geldt dat niet ook voor de kok? Die beschouwen we als een tovenaar met eten, die door mysterieuze bereidingen fantastische smaaksensaties teweeg kan brengen. Maar ook hier geldt: wat de kok écht kok maakt, is zijn/haar/hun vermogen om te proeven. Een tong en een neus, dat heb je in feite nodig om kok te zijn. Handen om een pan mee vast te houden, vooruit, maar daarmee wijken we al van de kern af.

We leven in een samenleving van specialismen. Ieder zijn eigen vakgebied en daarbuiten kun je je beter niet begeven. Daardoor vergeten we dat we op bepaalde vlakken eigenschappen delen, die ons bepalen als mens. Verbeeldingskracht, smaaksensatie. Iedereen kan kunstenaar of kok zijn. Wat niet betekent dat iedereen het hoeft te worden – dat zou juist een hardnekkige bestendiging betekenen van het denken in specialisaties. Het betekent vooral dat je open kunt staan voor de wereld om je heen, je kunt laten verrassen door het onverwachte. En misschien dat je met vernieuwde durf de keuken in gaat om een goede maaltijd te bereiden.

Het Filosofisch Diner: Het is aan ons
Datum: 30 juni
Café MidWest, Cabralstraat 1
Inloop: 18:00u; aanvang: 19:00u
Regulier €35,- | Student €24,50

Categories
Wijntip

Fuori Misura Rosato

Aan bestaande denkbeelden vasthouden is verleidelijk. Het betekent dat je weet waar je voor staat, dat jezelf in overtuiging kunt verwoorden in een discussie. Maar door het gemak dat dat biedt, kun je ook vasthouden aan denkbeelden die misschien niet meer kloppen, achterhaald zijn. Het is een aloud probleem: stug vast blijven houden aan wat je denkt dat juist is, omdat het nieuwe en onbekende een terrein is waar je je nog niet wilt begeven.

Rosé heeft daaronder te lijden. Het is een wijn die met weinig dankbaarheid wordt behandeld, omdat men er doorgaans door een zeer specifieke cultureel bepaalde bril naar kijkt. Het denkbeeld is: rosé is bij voorkeur zo licht mogelijk van kleur en drink je in de zomer op het terras. Wie in de winter rosé drinkt is gek, donkere rosé is goedkoop en zoet. Dat idee ontstond in de jaren ‘50 en ‘60 van de vorige eeuw, toen mensen massaal richting de Côte d’Azur trokken op vakantie, waar ze hun rosé op terrasjes in Cannes dronken. Charmant als dat klinkt, die vrijetijdscultuur heeft rosé het imago gegeven van een simpele wijn die je in de zon drinkt.

Welnu, laat deze rosé dan voor eens en altijd afrekenen met dat idee. Dit is namelijk een volwassen wijn, die het hele jaar door heerlijk is, en die geweldig past bij serieus eten. Het procedé is vrij zeldzaam; de most van rode wijn wordt opnieuw gebruikt en aangevuld met vers druivensap, zodat een wijn ontstaat die bijna naar rood neigt. Mét tannines, een stevig mondgevoel, maar ook al het typische van een rosé – rood fruit (kersen met name), frisheid en sappigheid. En vooruit, die mag je ook in de zomer op het terras drinken.

San Giusto a Rentennano, Fuori Misura Rosato, Toscane 2019 (bio). Verkrijgbaar bij De Wijnwinkel.

Categories
Het Filosofisch Diner

Het Filosofisch Diner: Het is aan ons

Het kan weer! Na een lockdown waar geen einde aan leek te komen, een vaccinatieprogramma dat maar niet op gang raakte en na op advies van Hugo de Jonge veel DVD’tjes te hebben gekeken, ontwaken we nu eindelijk weer uit een bizarre winterslaap. Dat verdient een Filosofisch Diner!

Op 30 juni neemt Merlijn Twaalfhoven mee in het verhaal van zijn leven. Dat dient als een aanstekelijk pleidooi om als een kunstenaar, een maker, een schepper naar de wereld te kijken. We reizen met hem mee de wereld over, waar hij in talloze conflictgebieden ontdekte wat kunst kan betekenen in een onzekere situatie – maar ook dat kunst alleen niet voldoende is om een blijvende verandering tot stand te brengen.

Merlijn nodigt ons uit om de speelse en onderzoekende houding die hij “de kunstenaarsmindset’ noemt in onszelf wakker te schudden. Niet omdat we allemaal een kunstenaar moeten zijn, wel omdat we zo de wereld kunnen veranderen. Want hoewel alle grote maatschappelijke problemen van onze tijd voorbij komen, blijft Merlijn erop vertrouwen dat we samen het vermogen hebben, om echt iets te veranderen in de wereld.

Merlijn Twaalfhoven is creatief onderzoeker van complexe maatschappelijke problemen. Hij ontwierp vele onconventionele muziek- en theaterprojecten, werkte in conflictgebieden en vluchtelingenkampen. Hij schreef het boek “Het is aan ons” en is oprichter van The Turn Club. Tijdens de coronatijd startte hij de Academie voor Onzekerheidsvaardigheid.

Het Filosofisch Diner: Het is aan ons
Datum: 30 juni
Café MidWest, Cabralstraat 1
Inloop: 18:00u; aanvang: 19:00u
Regulier €35,- | Student €24,50

Categories
Leestip

Boekenweek

Geen standaard leestip deze week, want het is boekenweek! Dus bespreek ik geen boek dat ik heb gelezen, maar het lijstje met boeken dat ik deze week aanschafte bij Over het Water (de leukste boekhandel van Amsterdam), die ik nu lees of in de komende weken ga lezen.

Ramsey Nasr – De fundamenten. Een bundel van drie essays die Ramsey Nasr in het Coronajaar schreef. Over de rol van kunst, over hoe een aanvankelijk gevoel van verbondenheid omslaat in hysterie en complotdenken en over de vraag hoe het na de crisis verder moet. De eerste twee essays las ik al en vond ik ijzersterk.

Ali Smith – Spring. Ik lees het seizoenskwartet van Ali Smith in volledig willekeurige volgorde. Spring is de laatste van de vier die ik nog moet lezen, net nu de zomer begint. Daar kijk ik erg naar uit, want de andere drie delen waren geweldig. Scherp, humoristisch, met een waanzinnig goed gevoel voor tijdsgeest en briljant lenig taalgebruik (lees de boeken dus ook in het Engels, want de beste vertaling kan er vermoedelijk nog geen recht aan doen).

Christine Otten – De laatste dichters. Al in 2004 gepubliceerd, maar qua thematiek geen dag ouder geworden. Sterker nog: met de enorme impuls die het racismedebat sinds de moord op George Floyd een jaar geleden heeft gekregen, is dit boek alleen maar relevanter geworden. Ik kan niet wachten om terug te gaan in de tijd en het Harlem van de late jaren zestig te verkennen.

Diverse auteurs – De grote vertraging. Boeken over wandelen doen het goed dit jaar. Niet zo gek, want wandelen was een van de weinige activiteiten die we nog zonder grote belemmeringen konden ondernemen. Net als lezen en schrijven natuurlijk, dus ja, een nieuwe bundel met filosofische reflecties op de waarde van wandelen, dat ligt wel voor de hand. Goede en interessant auteurs die hier een bijdrage aan leverden, dus ik heb er zin in me hierop de storten. Een voorpublicatie van Alicja Gescinska verscheen al op brainwash.nl

Hanna Bervoets – Wat wij zagen. En natuurlijk het boekenweekgeschenk! Daardoor ga ik me laten verrassen. De bekende uitspraak is: don’t judge a book by its cover. Maar de cover van dit boekje is mooi ontworpen, dus ik hoop dat de inhoud evenzeer bevalt. En ik kon het toch niet laten om even te kijken naar de recensie in de NRC. Die zegt: “Ze onderzoekt hoe mensen aan hun normen en waarden komen, wat de invloed van de omgeving en de tijdgeest is. … Er worden belangwekkende vragen in opgeworpen.” Ik ben benieuwd!

Categories
Eettip

Koken als theater

Ik kijk graag naar videorecepten. Er schuilt een vreemd soort bevrediging in om te aanschouwen hoe een kok met tekst en uitleg, ondersteund door sappige beelden van geometrisch gesneden groentes en sudderende sauzen een heerlijk gerecht uit de grond stampt. Natuurlijk is het de bedoeling dat je vervolgens zelf vlijtig aan de slag gaat in de keuken, wat ik doorgaans graag doe, maar het gekke is dat dat eigenlijk niet nodig is. De vakkundige totstandkoming van heerlijkheden op het scherm geeft al voldoening. Welkom in de 21ste eeuw…

Een nieuwe ervaring op dit gebied had ik met Pinksteren, toen ik samen met manlief meedeed aan een live kooksessie van De Librije (!). Dan vallen verschillende activiteiten opeens samen – je ziet iemand het gerecht maken, terwijl je tegelijk meekookt, waarna je meteen van je eigen creaties kunt genieten. Als door een onzichtbare hand gestuurd bouw je stapje voor stapje een gerecht op, tot er iets op het bord ligt waarvan je nooit had gedacht dat je het zou maken.

Coquille met zwarte-knoflookcrème, kokossaus, pindacrunch, krokante shiso en furikake.

 

Is dat dan ultiem bevredigend? Nee, dat niet. Het is een illusie om te denken dat geluk bestaat uit een simpele optelsom van afzonderlijke zaken die aan je geluk bijdragen. Kijken naar een kookvideo bevredigt een totaal andere behoefte dan zelf koken. De live kooksessie viel wat dat betreft in weer een geheel ander genre. Laten we het interactief kooktheater noemen. De koks op het scherm deden het voor en het publiek mocht thuis zelf restaurantje spelen. Fawlty Towers in eigen huis, met een sterrenmaaltijd als bonus. 

Categories
Wijntip

Mezzacorona Pinot Bianco

Een paar wijntips geleden had ik het er al over dat de humor van corona biertjes tijdens de crisis drinken mij een beetje te melig is, evenals het bier zelf. In Noord-Italië echter ligt het dorpje Mezzocorona, dat nu gewoon even pech heeft met zijn naam, maar waar de lokaal geproduceerde wijnen er niet minder om smaken.

Dit is een frisse pinot bianco, een druif die zich doorgaans goed thuisvoelt in wat koelere gebieden (Noord-Frankrijk en Duitsland) maar waar de Italianen ook bijzonder goed mee overweg kunnen. Dat levert in dit geval een zachte lente-achtige wijn op met een fijne, licht kruidige geur en veel wit fruit, met name meloen. De afdronk is rond en honingachtig en in zijn geheel levert dat een wijn op die helaas naar mijn smaak net iets te weeïg is, ondanks de aanwezige zuren en mineraliteit. Maar desondanks is het wel een wijn die je het regenachtige weer buiten even doet vergeten.

Mezzacorona, Pinot Bianco Trentino DOC, Alto Adige 2019 (bio).
Verkrijgbaar bij Jumbo.

Categories
Leestip

Merlijn Twaalfhoven, Het is aan ons

Strikt genomen niet vers van de pers, deze leestip. Ik las dit boek namelijk al aan het einde van vorige zomer. Maar recent bladerde ik Het is aan ons van Merlijn Twaalfhoven nog eens door en besloot er alsnog een stukje aan te wijden. Omdat het hoop biedt in zware tijden – het boek bespreekt complexe maatschappelijke problemen, maar laat ook zien hoe we daar effectief mee om kunnen gaan. 

Merlijn Twaalfhoven neemt je mee in het verhaal van zijn leven. Dat dient als een aanstekelijk idealistisch pleidooi om als een kunstenaar, een maker, een schepper naar de wereld te kijken. Niet omdat we allemaal een kunstenaar moeten zijn, wel omdat we zo de wereld kunnen veranderen. En hoewel alle grote maatschappelijke problemen van onze tijd voorbij komen, blijft Merlijn erop vertrouwen (en de lezer met hem) dat we het vermogen hebben om daarmee om te gaan. Inspirerend!

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner (de datum wordt nog bekendgemaakt), heb je de kans om met Merlijn in gesprek te gaan over zijn boek.

Merlijn Twaalfhoven, Het is aan ons – Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden. Atlas Contact.

 

Categories
Column

Vrijheid op een verregend terras

Draagt het aan je vrijheid bij om op een terras te mogen zitten? Intuïtief zeg je hierop waarschijnlijk ‘ja’. Iets wel mogen tegenover iets niet mogen, dat is dan de afweging. Maar de keuze voor het woord ‘mogen’ geeft al heel veel weg over hoe je dan over vrijheid denkt.

Wat wel en niet mag, is van hogerhand opgelegd. Maar het zegt niets over wat er kan. We mogen sinds een week weer op het terras zitten. Maar voor die tijd konden we al heel goed buiten gaan zitten met een hapje en een drankje. Bovendien mogen in de gemiddelde dictatuur mensen ook best op een terras zitten. Maar zijn die mensen vrij als ze op dat terras niet kunnen praten over hun politieke opvattingen?

De vrijheidsopvatting in Nederland wordt tegenwoordig tegenwoordig bepaald door consumptie, zo is het afgelopen jaar heel sterk gebleken. Hoe vrij we ons voelen, wordt in grote mate bepaald door wat we kunnen consumeren. Dat is een hele materiële opvatting van vrijheid. Vrij zijn betekent je geld kunnen uitgeven aan wat je wilt, wanneer je dat wilt. Winkelen als je daar zin in hebt, en aansluitend op een terras hangen met bier en bitterballen.

Het is bovendien een hele meetbare vorm van vrijheid, is gebleken. Naarmate je minder mag consumeren (niet kunt, overigens, maar daar kom ik zo op terug) ben je ook minder vrij. Hoe vrij je bent, is dus de optelsom van het marktaanbod. De derde component is dat het een heel individualistische opvatting is van vrijheid. Hoe vrij je je voelt draait dus ook om jouw verlangens op een specifiek moment. Dat verklaart waarom men zich bijzonder onvrij voelde tijdens de sluiting van de horeca en winkels, terwijl er online nog meer dan genoeg te consumeren viel (wat bovendien werd gedaan). Een directe behoeftebevrediging is dus nodig om werkelijk vrij te zijn.

De vraag is nu of dat een wenselijke vorm van vrijheid is. Is dat de vrijheid die we op een dag als vandaag willen vieren? In het voorgaande heb ik met geen woord gerept over onze geestelijke vermogens, over onze gedachten. Over onze verlangens op de lange termijn, onze doelen in het leven. Over wie we willen en kunnen zijn, over hoe we dat waarmaken. Allemaal zaken waarvan ik vermoed dat ze voor een degelijk begrip van vrijheid toch een stuk meer van belang zijn, dan de vraag of we wel op niet op een terrasje mogen zitten. In de regen.

Categories
Column

Armoede & rechtvaardigheid

Is armoede onrechtvaardig? Klinkt als een open deur. Natuurlijk is het onrechtvaardig als er mensen in armoede leven. Met het volmondige ‘ja’ als antwoord op die vraag, is echter nog niet gezegd voor wie dat onrechtvaardig is. Voor wie zelf arm is, of voor wie dat juist niet is. In Nederland (en grotere delen van West-Europa en Noord-Amerika) lijken we in steeds sterkere mate de tweede visie te onderschrijven.

Lees dit stuk maar, dat vorige week in de Volkskrant stond. Daarin wordt duidelijk dat de overheid niet schroomt om zware middelen in te zetten in de strijd tegen uitkeringsfraude. Wie ervan wordt verdacht meer van de staat te hebben gekregen dan waar hij/zij/hen recht op heeft, kan aan een onderzoek worden onderworpen waarin erg weinig privé blijft. Dat gaat van rondsnuffelen door alle beschikbare digitale gegevens tot aan de observatie van dagelijkse handelingen (ook wel bekend als spionage).

Dat biedt de staat veel kansen om een flinke bewijslast op te bouwen, zelfs als die anekdotisch of suggestief van aard is. Dat laatste is echter geen probleem, want in tegenstelling tot de gebruikelijke gang van zaken in ons rechtssysteem, is de verdachte van uitkeringsfraude schuldig tot het tegendeel bewezen wordt. Die taak is aan de verdachte zelf overigens, die pas rechtshulp kan krijgen als de zaak daadwerkelijk voor de rechter komt.

Als we de vraag of dit moreel gezien door de beugel kan (met enige moeite) achterwege laten, dan kunnen we terug naar de vraag die ik aan het begin stelde. Voor wie is armoede onrechtvaardig?

In Nederland is een groot en op papier goed verzorgd vangnet voor mensen die om welke reden dan ook geen werk hebben. De staat heeft de taak op zich genomen om hen te steunen. Dat vangnet heeft echter maar één doel en de naam van de Participatiewet geeft dat al weg: een uitkering krijg je alleen om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Om deel te nemen en bij te dragen aan de economie. Want wie arm is, kan geen geld uitgeven en daar heeft de economie niets aan. Wie arm is, is een last op de schouders van de rijken. Armoede is dus onrechtvaardig – voor wie wél hard werkt en zijn geld zelf verdient.