Categories
Het Filosofisch Diner

De mythe van de vrije wil

Een van de belangrijkste taken van de filosofie is om aannames te bevragen. Waarom beschouwen we sommige als vanzelfsprekend, en klopt dat wel? Een goed voorbeeld hiervan is de vrije wil. Binnen de academische filosofie een notoir lastig onderwerp, maar over het algemeen twijfelen we er niet aan ons handelen wordt bepaald door keuzes die we zélf maken.

De geldigheid van die aanname stond ter discussie tijdens het eerste Filosofische Diner van deze herfst. Jurriën Hamer, die naast filosoof ook jurist is, hield een vurig pleidooi tegen de vrije wil. Niet omdat hij dacht dat we volledig gedetermineerd zijn; wel omdat hij meent dat het idee van een vrije wil ongelijkheid en onrechtvaardigheid met zich meebrengt. Als we uiteindelijk altijd volledig zelf verantwoordelijk zijn voor wat we doen, moeten we ook altijd zelf de consequenties dragen. Zo wordt ook geluk een keuze – terwijl we heel goed weten dat dat niet klopt.

Voor veel aanwezigen was het duidelijk een bittere pil om te slikken – het idee dat de controle over je eigen handelen maar zeer beperkt is, is niet fijn en staat heel ver van hoe we ons dagelijks leven ervaren. Maar volgens Jurriën is een nieuw blik op de wil nodig om radicale maatschappelijke en politieke veranderingen tot stand te brengen, die voor een rechtvaardiger samenleving zorgen. Een eerlijker verdeling van welvaart en een nieuwe penitentiair systeem gericht op reïntegratie in plaats van straf – hier komt de jurist naar boven.

De belangrijkste vraag was wel: is zo’n complexe filosofische vraag wel het juiste startpunt voor een maatschappelijke omslag? Wie wil er nog veranderen nadat hij heeft gehoord dat de vrije wil toch niet bestaat? Een goede suggestie in een andere richting sloot de avond af: moeten we om van het ‘willen’ af te komen, niet ook van het woordje ‘ik’ af?

Categories
Kijktip Wijntip

Bloedige wijn voor een koelbloedige schurk

Better Call Saul is een van de beste series die ooit gemaakt zijn. Niet alleen vanwege de geweldige scenario’s, onverwachte plotwendingen en een hele goede cast, maar juist ook vanwege de aandacht voor detail, nuance en een treffende symboliek die de hele serie door alleen maar sterker worden. Personages die we uit de originele serie Breaking Bad al kenden, worden in Better Call Saul uitgediept, krijgen meer vlees om de botten en worden soms in een heel nieuw licht gesteld.

Een prachtig voorbeeld is de scène waarin Gustavo Fring een glas wijn drinkt in een bar (dat spreekt mij natuurlijk aan). De kijker kent hem als een meedogenloze crimineel die koel en berekenend zijn drugsrijk opbouwt, gedreven door het verlies van zijn geliefde Max, die door de chef van het Mexicaanse drugskartel is vermoord. In deze scène krijgen we een zeldzaam inkijkje in zijn gevoeliger kant; schuilt er misschien toch iets goeds in deze man?

Gus neemt plaats in een luxe wijnbar, waar hij duidelijk al vaker is geweest: de sommelier begroet hem hartelijk en de twee raken in gesprek over wijn. David, de sommelier, schenkt Gus een glas in van een zeer exclusieve Côte Rôtie, ‘La Landonne’ van wereldberoemde wijnmaker René Rostaing en vertelt hem over zijn persoonlijke ervaringen in die streek. Gus ontspant en luistert met plezier, niet alleen omdat hij van de wijn geniet, maar ook van zijn gezelschap. 

https://youtu.be/B33hKP5khGc

Hij geeft zich zelfs bloot, door te bekennen dat hij na een eerder gesprek met David een bijzonder goed jaar van dezelfde wijn te hebben gekocht. Die bewaart hij tot een speciale gelegenheid om de wijn met iemand te kunnen drinken – hopelijk met David, lees je in zijn gezicht. Maar zodra de kans zich voordoet, maakt Gus zich uit de voeten. We zien zijn gezicht verstrakken en het plezier verdwijnen; de schurk maakt zich weer meester van de levensgenieter.

In vier minuten wordt een intrigerend portret neergezet. Bij Gus Fring is elegantie en verfijnde smaakt deel van het personage dat hij bewust speelt, om zijn illegale activiteiten voor de buitenwereld te verhullen. Aan de bar menen we echter een glimp op te vangen van de echte Gus, die als alle mensen hunkert naar liefde. Kwetsbaar, maar ook vervuld van plezier.

Hoewel acteur Giancarlo Esposito zijn rol briljant speelt, ligt er in deze scène een belangrijke rol voor de wijn. Die staat symbool voor wat Gus Fring drijft: bloeddorst en wraak. Niet alleen de kleur, maar ook de smaak van de wijn reflecteert dat. Sommelier David omschrijft de wijn als vlezig, bijna bloedig, en zegt dat de bodem in Côte Rôtie rijk is aan ijzeroxide, waardoor ook die een rode kleur heeft. Gustavo’s ware aard toont zich in wat hij drinkt: hij is een roofdier (geworden). Misschien was hij ooit wel écht verfijnd en gevoelig, maar zijn jarenlange strijd binnen het drugskartel heeft hem definitief vervormd tot een moordend monster. Net als de kijker dacht ook Gus zelf even terug te stappen in een luchtiger verleden –  tot hij besefte dat dat nooit meer zou lukken. Het uitdrukkingsloze gezicht waarmee hij de bar verlaat, is daar de bevestiging van.  


Categories
Column Wijntip

Van wijnkenner naar wijnmaker? deel 3

In twee eerdere blogs beschreef ik hoe ik in iets meer dan tien dagen mijn eerste eigen wijn had gemaakt. De eerste proeve was niet om over naar huis te schrijven – ‘technisch wijn’, is de beste samenvatting. Maar wijn heeft er baat bij om te rijpen; de aroma’s ontwikkelen zich en vinden een balans, worden verfijnder. Wat eerst nog te hard is wordt zachter, wat nog te flauw is krijgt meer kracht. Dus liet ik een proefflesje ruim vijf weken ongestoord in de koelkast staan. Kinderen hebben misschien veel aandacht nodig om opgevoed te worden, wijn wordt juist volwassener als je hem met rust laat.

En toen was dan het grote moment daar. Tijd voor een eerste serieuze slok. Ik zou de spanning hier nog verder kunnen opbouwen, maar eerlijk gezegd zou dat alleen maar tot een anticlimax leiden. Dus: hij was niet bijzonder lekker. Ook niet uitgesproken vies, godzijdank.

Mijn proefnotities luiden: ‘diep geel van kleur, maar wel helder’. In de neus ‘rijpe banaan, snoepig en licht chemisch’ – en dan niet het fijne soort chemisch. Smaak: ‘rond, zachte zuren, heel licht zoetje, tropisch fruit’. Op zich niet eens verkeerd; maar mijn eindconclusie was toch: ‘wat vlak en uit balans; het zoet overheerst en daardoor weeïg; mist frisheid en strakte’.

Ik heb kortom een wijn gemaakt die doet denken aan witte wijnen uit Zuid-Italië die te veel zon hebben gezien en te weinig liefde. Niet dat ik te weinig liefde heb geschonken aan mijn wijn; hier was het puur het gebrek aan ervaring. En eigenlijk is het resultaat wat dat betreft wel geruststellend. Ik had thuis in een emmer met druivensapconcentraat nooit zomaar een prachtige, verfijnde wijn kunnen maken; dat vereist hele andere omstandigheden, van druif tot expertise en technisch vermogen.

Het is dus vooral interessant om thuis wijn te maken vanwege het proces. Het gaat om de weg, niet om het doel. In dit geval krijg ik er nog een mooi filosofisch inzichtje bij cadeau. Resteert alleen de vraag wat ik in godsnaam met de resterende vijf liter wijn moet doen…

Categories
Column Wijntip

Van wijnkenner naar wijnmaker? deel 2

In mijn vorige blog vertelde ik je over de embryonale staat van mijn allereerste wijn. In zeven dagen voltrok zich onder mijn ogen de volledige fermentatie van een paar liter druivensap. Op de zevende dag gaf ik de most een dagje rust (die had God immers ook verdiend toen hij de wereld schiep) maar een dag later was het zover: ik kon een eerste slok proeven!

Had ik hooggespannen verwachtingen? Om eerlijk te zijn niet. Ik was al blij genoeg als het me zou lukken om überhaupt wijn te maken. En precies dát was gelukt, proefde ik. Een slok droog wit, wat waterig en duidelijk op de verkeerde temperatuur (net boven de 20 graden), maar onmiskenbaar wijn. Het was duidelijk dat er iets van zuren in zaten en fruitige aroma’s om nog te ontdekken, maar dat leek me beter om te bewaren tot de volgende stap was gezet: de klaring en rijping van de wijn.

De wijn is klaar om ‘gebotteld’ te worden (‘geboxt’ zou hier toepasselijker zijn)

De most was nu nog een troebel boeltje, een soort appelsap met stukjes erin. Klaring moet ervoor zorgen dat de wijn frisser oogt en ruikt. Daartoe leverde de wijnkit enkele zakjes met poederige stabilisator (sulfieten waarschijnlijk) en twee gelei-achtige klaringsmiddelen (eiwitten die zich met onzuiverheden in de wijn binden en bezinken). Alles ging er zo doorheen en na een keer stevig roeren en nog eens drie dagen wachten, zag de wijn er ook nog eens echt als wijn uit.

Daarop kon ik de wijn overtappen in een bag-in-box systeem (je kent ze wel uit de Franse supermarkt) die vervolgens in een niet al te koele koelkast verdween om nog een paar weekjes te rijpen. Dat zou dan de wijn in balans moeten brengen; de aroma’s kans geven zich te ontwikkelen, de zuren om in de wijn te integreren. De laatste test volgt dus binnenkort.

Wordt vervolgd…

Categories
Kijktip

De eettafel als mijnenveld

Ik loop met tv-series notoir achter de hype aan; bekroonde series waar iedereen de mond vol van heeft, zie ik meestal pas als de kranten er al bijna over uitgeschreven zijn. Zal wel een aangeboren trekje zijn, ik weet het niet, maar zolang mensen me de spoilers besparen, kan ik ermee leven.

Recent keek ik achter elkaar alle drie seizoenen van Succession, de Amerikaanse hit over mediamagnaat Logan Roy en de strijd tussen zijn kinderen over wie hem op zal volgen. De familie Roy wordt verteerd door een zucht naar geld en macht; zelden was er een cynischer stel personages op tv te zien. Zelfs binnen hun eigen wereld (een Amerikaans conservatief mediaconglomeraat) spannen ze in dit opzicht nog de kroon. ‘Eat or be eaten‘ – dat lijkt het motto te zijn.

Dat brengt me op het punt van eten in Succession – dat speelt namelijk een grotere rol dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Enkele van de beste scènes van de hele serie spelen zich rond de eettafel af, en dat is niet voor niets. Hoe de familie zich tot eten verhoudt, zegt bijzonder veel over hoe ze in het leven staan. Een treffend voorbeeld is de scène waarin onuitstaanbare slijmbal Tom, die zich in elke mogelijke bocht wringt om in hoger aanzien te komen, een ortolaan eet. Dit kleine vogeltje wordt levend gefrituurd en vervolgens van snavel tot staart verorberd. Het is dan ook verboden bij wet, maar de Roys voelen zich daar uiteraard boven verheven.

Eten geldt dus louter als een statussymbool; de Roys (de familienaam is niet toevallig het Franse woord voor koning) dineren zoals de adel het in de negentiende eeuw deed. Ze worden in huiselijke setting geserveerd aan een lange tafel, met knipmessen van bedienden die aan de lopende band gerechten serveren en wijn schenken. Maar, symbolisch voor het lege cynisme van het gezin, om veel meer dan de vorm gaat het niet. In de vele scènes rond de eettafel wordt opvallend weinig écht gegeten. Vooral pater familias Logan Roy zien we aan de eettafel meer praten dan eten.

Waar het diner voor de meesten een sociaal gebeuren is dat om verbinding draait, is de eettafel in Succession bij uitstek de plaats waar strijd wordt geleverd. Hier worden ruzies uitgevochten en machtsverhoudingen bepaald. In een wereld waar geld alles is, kun je je niet veroorloven te worden afgeleid door wereldse zaken als voedsel. Wie eet, is kwetsbaar, en zal dus zelf worden opgegeten. Dat is er bij de Roys van begin af aan ingestampt. En dus zitten ze in geestelijk harnas aan tafel, terwijl de kijker tegelijk met de hoop op een goede afloop ook de eetlust verliest.


Categories
Column Wijntip

Van wijnkenner naar wijnmaker?

In navolging van mijn onlangs behaalde wijnbrevet, leek het me zinvol om de opgedane kennis over het wijnmaken zelf in de praktijk te brengen. Zo goed als je alleen iets leert over wijn door te proeven, zo leer je alleen iets over vinificatie of wijnbereiding door er een keer met je neus bovenop te hebben gezeten.

Hoe te beginnen? Je rijdt niet even naar Frankrijk of omstreken om daar zelf wijn te gaan maken. Maar het principe van wijn maken is eenvoudig genoeg: je laat druivensap vergisten en rijpen, en voila: je hebt wijn. Dat kan dus prima in huiselijke omgeving en er zijn tegenwoordig steeds meer ‘kits’ te koop waarmee je thuis aan de slag kunt. Ik bestelde er een bij de HEMA (jawel) die mij binnen twee weken heerlijke huisgemaakte wijn beloofde. Over de kwaliteit ervan was ik sceptisch, maar dat het me zou lukken om technisch gezien wijn te maken, daarover twijfelde ik niet.

Begin van het proces: druivensapconcentraat in een emmer

Het pakket liet me een zak met druivensapconcentraat aanvullen met een volledig pak suiker, zes liter water en een eetlepel gist. Waar de druiven vandaan kwamen en om welk ras het ging werd niet vermeld. Witte druiven waren het, dat wel, dus witte wijn zou het worden. Voor sommige mensen is dat genoeg informatie…

De emmer met wijn in wording vertrok voor een week naar mijn kelder. Ik waag me er niet aan om te speculeren of gistcellen verlegen zijn, maar ze doen hun werk in elk geval liefst ongestoord. Ik onderdrukte mijn nieuwsgierigheid dus zoveel mogelijk en checkte hoogstens één keer per dag hoe het ervoor stond. Zachtjes bubbelend voltrok zich zo voor mijn neus het wonder: druivensap werd langzaam wijn!

Wordt vervolgd…

Categories
Column Wijntip

Wijnbrevet

In tegenstelling tot de filosofie, waarin ik keurig universitaire papiertjes voor heb behaald, ben ik op wijngebied behoorlijk autodidact. Dat klinkt stoer (vind ik zelf) maar eigenlijk ben ik best een nerd die er veel genoegen uit haalt om feitjes te leren en dan getoetst te worden. Om die feitjes vervolgens allemaal ergens op de zolder van mijn hersenen in dozen neer te zetten, waar je nooit meer naar omkijkt – maar dat terzijde. Dus ging ik examen doen om mijn wijnbrevet te halen.

De laatste keer dat ik ergens klassiek examen in deed, was toen ik mijn rijbewijs ging halen. Onvermijdelijk drongen zich dan ook associaties met het theorie-examen bij het CBR op, toen ik kortgeleden een gymzaal betrad in het midden van het land. Enkele tientallen tafels stonden in examenopstelling met daarop telkens zes glazen wijn (drie wit, drie rood), een flesje water, een spuugbakje, een potlood en een examenboekje. Gelukkig werd hier geen kennis getest van verkeersborden en voorrangsregels, maar van wijnbereiding en -geografie. Meer mijn straatje.

Hoewel ik durf te wedden dat veel middelbare scholieren tijdens lastige examens maar wat graag een glas wijn op tafel hadden gehad, veranderde deze omstandigheid toch weinig aan wat het was: een toets met multiple-choice-vragen. Alle associaties met een gezellig glas wijn werden de kop ingedrukt door droge vragen, TL-licht en een examinator die, hoe sympathiek ook, er toch vooral bij zat om ervoor te zorgen dat niemand zat te spieken.

Nog geen week later ligt er een envelop in de brievenbus met heugelijk nieuws: ik ben geslaagd met een 9! De nerd in mij is blij. De filosoof in mij moet nog even reflecteren op wat ik nu precies aan kennis rijker ben geworden. En de wijnliefhebber in mij schenkt vanavond een lekker glaasje in.

Categories
Het Filosofisch Diner

Plantenblindheid

66 miljoen jaar geleden zorgde een meteorietinslag voor het uitsterven van een groot deel van het leven op aarde, met name van de dinosauriërs. Waar we echter maar zelden bij stilstaan, is dat ‘leven’ hier altijd gedefinieerd wordt in termen van dierenleven. Een groter deel van de planten overleefde namelijk wél. Dit is tekenend voor de blinde vlek die we als mensen hebben ten opzichte van het plantenrijk. We hebben weinig oog voor de vermogens van planten, of het nou gaat om hun overleven, hun aanpassing of hun vormen van communicatie en sociaal gedrag.

Over deze ‘plantenblindheid’ ging het tijdens een Filosofische Matinee in het Pinksterweekend. Wat betekent deze vooringenomenheid tegen planten precies? Op welke wijze vertonen planten tekenen van intelligentie? En wat zegt dat over onze verhouding met planten?

In de tuin van nomadisch filosofe Renate Schepen bespraken we deze vragen, toepasselijk omgeven door veel groen, dat mogelijk stilletjes meeluisterde. Renate bevroeg plantenkenner Martin Kullik op het thema; hij liet zien dat planten tot veel meer in staat zijn dan we doorgaans denken, maar ook dat ons gebrek aan kennis een bedreiging vormt voor veel plantensoorten. En waar we bedreigde diersoorten nog voor uitsterven willen behoeden, vergaat veel planten dat lot in stilte.

De belangrijkste vraag van de middag was daarmee eigenlijk: hoe ontdoen we ons van plantenblindheid? Daartoe trokken we duinen rond Egmond aan Zee in om letterlijk de ogen te openen voor de plantenrijkdom om ons heen. Daar troffen we natuurlijk duindoorn, maar ook wolfsmelk, wilde asperge en nog vele andere planten waarvan ik de namen ben vergeten – mijn blindheid is nog niet geheel verholpen.

Terug in de tuin praatten we na met heerlijk plantaardig eten en gefermenteerd sap van de vitis vinifera of wijnstok (deze drank kennen we beter als ‘wijn’). Dat is een plant waarvoor we in bepaald opzicht in elk geval minder blind zijn. Nu nog oog krijgen voor de rest.

Categories
Het Filosofisch Diner

Een avondvullende 2 minuten

We verliezen de waarde van rituelen steeds meer uit het oog in een samenleving waar rationaliteit de boventoon voert en spiritualiteit op een zijspoor staat. Terwijl rituelen ons in staat stellen om grip te krijgen op wat groter is dan wij, om houvast te zoeken en om structuur te vinden waar die ontbreekt. Niet om controle te hebben over ons leven, maar juist om betekenis te vinden.

Tijdens een bijzondere editie van Het Filosofisch Diner op 4 mei hield theoloog Rikko Voorberg een vlammend betoog voor het (her)scheppen van rituelen. Rituelen ontstaan niet vanzelf, we moeten daar plaats voor maken en aandacht aan schenken. Het in bescherming voeden en laten groeien, omdat we ermee betekenis geven aan het ongemak in het leven – verlies, rouw, verdriet.

Geen beter moment om het daarover te hebben dan op 4 mei, een dag die in het tekens staat van het herdenken en die nationaal gedragen rituelen kent, die echter ook door tijd en omstandigheden veranderen. Zo werd Het Filosofisch Diner zelf een nieuw ritueel, een maaltijd rond de twee minuten stilte om acht uur. Vorm en inhoud vielen samen in een avond waar het herdenken activiteit en gespreksonderwerp tegelijk was.

Daar kwamen vervolgens mooie persoonlijke verhalen uit voort over de betekenis van rituelen, van het ervaren van de twee minuten stilte en het zingen van het Wilhelmus tot aan simpele alledaagse rituelen die de start of het einde van een dag markeren. Zo werd een thema dat we vaak als ingewikkeld en ongrijpbaar beschouwen tastbaar en invoelbaar. Een experiment dat slaagde, puur om het feit dat het werd uitgevoerd.

Categories
Column Het Filosofisch Diner

De maaltijd als herdenking

De vrijheidsmaaltijd op 5 mei is in tien jaar tijd iets van een traditie geworden om vrijheid te vieren. Gezamenlijk eten is het ritueel waarin we onze vrijheid in de praktijk brengen; het feit dát we samen met anderen, meer maar ook vaak mindere bekenden, kunnen samenkomen om eten te delen, is al een bijzondere vrijheidspraktijk.

Zo goed als rituelen een grote rol spelen in het vieren van vrijheid op 5 mei, doen ze dat, misschien nog wel in sterkere mate, op 4 mei, wanneer de slachtoffers van oorlogsgeweld worden herdacht. Daar tegenover staat dat er een brede consensus is over wát er op 5 mei wordt gevierd, terwijl er over het herdenken op 4 mei altijd al (scherpe) discussie bestaat.

Wat gebeurt er dan als je het eten niet als viering, maar als herdenking ritualiseert? Als je het gesprek aan de eettafel als uitgangspunt neemt om te definiëren wie je herdenkt en waarom je herdenkt, om daarna de daad van het herdenken bij het woord te voegen. Leert dat iets over de waarde en betekenis van herdenken? En past de aangename praktijk van het eten, dat we liefst met smaak doen, bij de verstilde en beladen sfeer van het herdenken?

Ik vermoed van wel; eten is niet alleen het voeden van het lichaam en een daad die genot moet brengen. De maaltijd is ook een moment van bezinning en reflectie. Om als het ware te verteren wat is gebeurd. Te oefenen in dankbaarheid voor wat anderen niet konden krijgen. En om gezamenlijk te beklinken dat we ons best doen om het oorlogsleed in de wereld te beperken.

Op 4 mei spreekt Rikko Voorberg tijdens Het Filosofisch Diner over rituelen en herdenken. Bestel je kaarten hier.