Categories
Poëtische Proeverij Wijntip

De Poëtische Proeverij

Tijdens de Nacht van de Filosofie op 7 april hield ik samen met dichteres Lonneke van Heugten een Poëtische Proeverij. We experimenteerden met metaforen om wijn te beschrijven; wat gebeurt er als je de gebaande paden verlaat en wijn niet omschrijft in gebruikelijk wijnjargon, maar in termen van persoonlijkheid?  Lonneke schreef mee met de proefnotities van de deelnemers en verwerkte die tot twee gedichten.

Groep 1, 21.00 uur

Structureer de emoties, beleef de historie
Het aromatisch beleven van het leven is niet te vergeten kleur
geven
met mondgevoel
walsend lichtzuur prikkelend


Klopt het?
Vettig speeksel, niet blijven hangen in vanille zoethoudertjes
citroenschilderen we af als jonge frisse bloemengeur

Groene appels tegen stenig gips
Metalig strak, zeurderig tropisch een vleugje ananas-mango (had ik die Fisherman’s Friend nu maar niet in de mond genomen)

Het allerlekkerste is hoog scoren over de hele wereld verkopen
Het smaakpalet verschilt
Zijn onze verschillen afleesbaar of hebben we te ondiep in het glaasje gekeken om veel te weten? Is de Apollinische ratio fijn of biedt Dionysus meer jouw festijn?

Een volle vrouw in het publiek van het theater,
dame van middelbare leeftijd die zich op een prettige manier met je bemoeit
zomergejurkt in bloemenavond –  vriendelijk maar kan slecht met emoties omgaan

Ze doet je mond een beetje
samentrekken van zure nasmaak tegenover
Maxima-le uitgesprokenheid
uit Zuid Amerikaans land
De dames hebben duidelijk de overhand
Een oma, de bloei van haar leven ging zo uit het raam, zoet en avontuurlijk
Een andere oma, die bitter waarheid kraakhelder schenkt

Zachte straf
van Blijker’s geroosterde vette vis aan het strand
Ik tilde hem in mijn hand
de zeester
proefde geen tong
maar een prikkelende vriendin die je soms de keel uithangt

Sssst hoor je de ster
die de zee bezong?

Foto en Copyright ROGER CREMERS

Groep 2, 22.00 uur

Geen basis in de wijn
de chemie bestaat uit vluchtigheid zoals wij zijn bedenkers en bedenksels tegelijk
we zeggen we zijn woordelijk als een ongerijmd refrein
oh jee ik bazel door
door de wijn
wals me vrij


Droge ceder citroenschil gedroogd suikervrij of iets vervangends mineraal
zeeïg zilte steen
bittere perzikpit
steenfruit
Appelfris zuur gras
Pas gemaaid?
Nee halfdroog met je neus voorover erin
Het loopt breed uit
de hoogte in als een kommetje
of een Joker lach
(het was alcoholvrij)

Afdronken van passie
Vruchten als citrus
Gedronken vóór het gerecht
zuur en peperig, maar eensgezind soepel
drinkt het weg
Misschien zelfs een viooltje
De Griekse goden kijken op je neer, goedgezind

Wat als het geen persoon is? Schrijf het niet af, prijs het aan
Is het vluchtig contact of blijft het bestaan?
De verrassing komt eruit
zacht van karakter
een algemeen palet van vriendschap

Een witte muur
met daarvoor een groot Russisch schrijver
Letterlijk groot, veel haar, veel baard, baardaardig,
Tjechov, Kersentuin, Fedja van Huêt, Karl Marx
Hij was het!
Mineralig, kleiig, droog met een zoetje

Of toch de bakker van Madeleines in klein Frans dorp?
Lange tafels met toetjes onder amandelbloesem
Hier is de latex ver te zoeken
Eerder volle room en vanillegeur
geruststellend zacht als Maxima
moederlijke tegenhanger van Wim Lex

Klein dikkig Frans mannetje
chillend in de zon
Hij spreekt geen andere taal
De woordendans
onbewuste manipulatie van Adidas

Een opa, op de foto voor de oorlog
Een andere opa, in uniform
streng kijken zoals dat toen ging
maar ook aardig verantwoord

Een vrolijk dik mannetje op kantoor
Type bot en onaantrekkelijk
Acceptatie en genegenheid komen met de jaren
Bedaren, dat is de kunst

Een huisarts met louter professionele interesse
Je hebt er wat aan
Even, dan is het weg

Anders dan een warme vakantie bij grootouders in Frankrijk
Het leek zoet tot dromen verdrongen worden door de bittere werkelijkheid
van fietsen langs dor gras
met verzuurde spieren en sfeer

Categories
Het Filosofisch Diner

Mag verschil er zijn?

Lonneke van Heugten schreef live een poëtische reflectie tijdens Het Filosofisch Diner van 5 april

Top zwaar

Waarderen van verschil in opleidingsniveau
Waard & eren
Waar deren we ons aan in deze discussie?
Want was je van stand met weinig verstand, dan kon je lekker een kwartje blijven.

Nu loopt het uit de hand.
Het is druk aan de bovenkant.
Er ligt druk op schouders
en overbezorgde ouders, de maatschappij topzwaar,
straks vallen we om
De schoolbanken zitten vol en de kroegen zijn leeg
en wie rijk is op Insta, is toch echt niet dom?
Terwijl kansen in scholing voor iedereen stegen, is waardering van talenten lager gebleven.
Minderwaardigheidsgevoelens lopen hoog op en de zorg lijdt er onder.
Het verheffen, krampachtig nagestreefd, heeft bepaalde intelligentie uit beroepen gezeefd.

We geloven in gelijk en negeren verschil, het lijkt onverschillig,
maar het doet ons toch veel.

“Vind je papa en mama allebei even lief?”
Het kindje antwoord: “Anders-even.”

Wat is jouw niveau?
In het Duits, vertelde een vent,
is voor ‘denkniveau’
geen equivalent.

Wat is nodig, op welk moment:
intelligentie, vaardigheden?
Wat maakt intelligentie een bepalende kwaliteit in indeling van mensheid?
Het leek zo gelijkwaardig, zelfs zachtaardig,
want meten is weten
en als het objectief getest kan worden zal het wel iets betekenen?
Maar de betekenis van ‘hoog’ en ‘laag’ loopt spaak.
Want: bevlogenheid, nieuwsgierigheid, interesse, passie, ze zijn geen bevlieging! Minder meetbaar, maar zo veel meer raak.

Het waarderen van kúnnen in plaats van denken (ook het kunnen denken is een kunnen), heft dat disbalans op?
Mogen we onszelf dat gunnen?

De zuilen zijn verbrokkeld,
veel obstakels verwaaid,
doorstroming bestaat
en denken in kansen is opgelaaid
Maar wat is die stroom?
Wie sluit ons aan
op dit mensbeeld
Wie helpt ons weer uit de droom?

Want we stijgen op ladders
tot in bubbels van gelijkgestemden
We stijgen en stijgen extremer,
verschillen ons verder,
afgepeld tot mening en diploma en wat dies nog meer zij
Tot we het mede-menselijk zíj́n,
zijn verleerd.

Ach de schaarste lost het op!
De wet van de markt
De boer rijk
De academicus arm
Ik weet, het is veel diffuser maar dit heeft z’n charm
En straks als AI het voor het zeggen heeft,
spreken we voor onszelf niet meer, is het klaar met dat overgewaardeer,
komt de waarde niet uit opleidingsbeleggen,
maar uit menselijke nabijheid,
weer.

Categories
Leestip

Kees Vuyk – Oude en nieuwe ongelijkheid

De beste bedoelingen hebben onvoorziene gevolgen. Een goed voorbeeld daarvan wordt geschetst door filosoof en psycholoog Kees Vuyk in zijn boek Oude en nieuwe ongelijkheid, waarmee hij in 2018 de Socratesbeker won. Om klassenverschillen op te heffen, is er in de afgelopen twee eeuwen en met name na het einde van de Tweede Wereldoorlog veel in het werk gezet om gelijke kansen te scheppen voor iedereen. Scholing stond daarin op nummer één.

Dit verheffingsideaal is grotendeels geslaagd, zegt Vuyk, want vrijwel iedereen die daartoe in staat is, kan tegenwoordig na het lager ook het voortgezet en beroeps- of universitair onderwijs doorlopen. Het heeft er echter ook toe geleid dat het diploma tegenwoordig bepalend is voor je carrièrepad en daarmee je kansen op welzijn en welvaart. Waar klassenverschillen dus zijn verdwenen, stelt Vuyk dat de nieuwe kloof loopt langs de intellectuele capaciteiten van het individu.

Intelligentie is normaal verdeeld, in de statistische betekenis van de uitdrukking: de grootste groep mensen heeft een gemiddeld IQ, een kleine groep scoort ondermaats en een even kleine groep juist daarboven. Aan dat gegeven verandert onderwijs weinig; mensen worden simpelweg niet intelligenter dan ze zijn. In een diplomademocratie betekent dat, dat het deel van de bevolking dat onder gemiddeld intelligent is, minder kans van slagen heeft, dan het andere deel – en daarmee dat de macht in handen ligt van de gediplomeerden (kijk maar naar de samenstelling van de Tweede Kamer).

Hieruit verklaart Vuyk de opkomst van de populistische partijen. De linkse politiek heeft haar belofte van verheffing niet waargemaakt en ontevreden en doorgaans minder geschoolde burgers richten zich op politici die hen wél gelijke kansen voorschotelen – of ze die nou waar kunnen maken of niet.

In feite is Vuyks prikkelende betoog (dat hier en daar wat ongemakkelijk leest) ook een oproep voor een nieuw verhaal ter linkerzijde van de politiek: als het verheffingsideaal niet heeft gewerkt, wat kan dan een nieuwe koers zijn om de kloof in de samenleving te dichten?

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 5 april, heb je de kans om met Kees Vuyk in gesprek te gaan over zijn boek.

Kees Vuyk, Oude en nieuwe ongelijkheid. Klement.

 

Categories
Het Filosofisch Diner

Vechten voor democratie

Waarom zouden we vechten voor democratie? Ewoud Kieft wist het antwoord wel, tijdens Het Filosofisch Diner waar deze vraag centraal stond. Omdat democratie de beste staatsvorm is, die tot nu toe is bedacht. Een staatsvorm die recht doet aan de veelvuldigheid van stemmen waaruit de samenleving bestaat. En waarin we het bovendien niet met elkaar eens zijn.

Maar Ewoud maakt zich zorgen over de democratie, zo geeft hij aan. Het vertrouwen in de democratie verdwijnt en als we zoeken naar wat democratisch is, wijzen we bij voorkeur naar haar tegendeel, alleenheersers of autocraten. Frappant genoeg zijn dat ook juist degenen die graag benadrukken dat ze democratisch aan de macht zijn gekomen. Van Bolsonaro en Trump tot Poetin en Xi Jinping: allemaal hebben ze lak aan de liberale democratie, maar wijzen er graag op dat zo een meerderheid van stemmen zijn verkozen.

Zo bezien is de democratie heeft de democratie toch een sterkere aantrekkingskracht dan we vaak denken, beredeneert Ewoud. Alleen doen de alleenheersers de democratie geen recht; ze ontkennen het pluralisme en houden graag vast aan een sprookje over een specifiek doel waarvoor hun volk is uitverkoren.

En juist daarom moeten we vechten voor democratie. Om te laten zien dat ze geen onbereikbare fantasie vertegenwoordigt, maar juist een hele tastbare realiteit. Waarin geen harmonie wordt nagestreefd, maar waarin conflict een plaats krijgt. Zodat vechten geen handgemeen is, maar een politieke strijd, die op lange termijn zou moeten leiden tot een vreedzame samenleving.

Categories
Column Leestip

De gedoemde schrijver Dahl

Er is de afgelopen dagen bijzonder veel geschreven over de aanpassingen aan de originele teksten van Roald Dahl. Valt daar nog iets aan toe te voegen? Toch maar een poging, want zoals Theo Maassen aan de Volkskrant schreef: “En de mensen die gekwetst zijn omdat honderden passages uit de boeken van Roald Dahl verwijderd en herschreven zijn, wat doen we daarmee?”

De heksen is een van de engste boeken die ik ooit heb gelezen. Ik lag er bang van in mijn bed op vakantie in Spanje, toen ik zeven was. Gelukkig wist ik dat het niet echt was, ondanks de grote moeite die het boek deed om me van het tegendeel te overtuigen. Roald Dahl schrijft boeken die je bijzonder sterk meeslepen; als lezer word je er helemaal in opgezogen. Kom je daar dan beschadigd en getraumatiseerd uit, na de gruwelen die de ‘pesterige’ schrijver over je heeft uitgestort? Ik geloof het niet.

Dahls grote kracht is namelijk dat hij zijn lezer vrijwel altijd meeneemt in het perspectief van de held van het verhaal. Lees zijn werk en je  gaat mee in de denkwereld van Matilda, Charlie en de naamloze jongen uit De heksen. Hoewel zijn boeken bevolkt worden door gemene, wrede en nare karakters in een vaak ronduit grimmige wereld, kijk je als lezer door de ogen van een personage dat daarmee weet om te gaan.

Daarmee toont Roald Dahl volgens mij aan dat hij zijn publiek serieus neemt; hij gaat ervan uit dat wie hem leest, inlevend is, gevoel voor humor heeft en het spannend vindt om uitgedaagd te worden. En juist omdat hij zijn lezer op waarde schat, zoekt hij diens grenzen graag op. Goed en kwaad zijn in schrille contrasten opgetekend bij Dahl, maar ze lopen wel in elkaar over. Matilda is nogal wreed, de jongen uit de heksen aardig wraakzuchtig. Juist dat draagt bij aan de identificatie die je als lezer ervaart – kinderen zijn namelijk geen zoete heiligen.

Dat weet Roald Dahl bijzonder goed. Hij biedt het volledige morele spectrum en laat de lezer zelf bepalen op welk vlak daarvan die zich meer thuis voelt. Ik ben zelf (hoop ik toch) geen wreed of wraakzuchtig persoon geworden, terwijl ik zijn boeken verslond. Dit in tegenstelling tot zijn Engelse uitgever, die verwacht dat de lezer niet in staat is een oordeel te vellen en bij het minste of geringste het boek vol walging aan de kant zal leggen. Frappant genoeg ontwikkelt deze soap zich zo tot een verhaal zoals Roald Dahl het zelf had kunnen schrijven, met een leger kleinzielige pennenlikkers tegenover de moedige geest van een schrijver die zijn werk probeert te verdedigen. Ik zie de tekeningen van Quentin Blake er al bij.

Categories
Leestip

Ewoud Kieft – Vechten voor democratie

Bijna een jaar geleden viel Rusland Oekraïne binnen. De meeste Europese landen reageerden verbijsterd en boos; zo’n aanval op de democratie had men niet meer verwacht na de val van de Muur. Een gemeenschappelijke roep om de verdediging van de democratie zorgde voor een kort gevoel van saamhorigheid – de aanval op Oekraïne is een aanval op ons!

Voor Ewoud Kieft toonde deze uitbarsting van democratisch enthousiasme echter waar het in de democratie juist aan schort: een positief verhaal. Bijna altijd wordt de democratie gedefinieerd in termen van wat haar bedreigt en waarvoor we haar moeten beschermen: de Poetins en Trumps van de wereld. Maar een duurzame en weerbare democratie is veel meer gebaat bij een verhaal dat juist de kracht van deze staatsvorm benadrukt. Een verhaal dat bovendien niet slechts in tijden van crisis, maar ook in vreedzame tijden zijn werk doet.

Zo’n verhaal is hard nodig, betoogt Kieft, want het zijn precies de democratische leiders die in de afgelopen decennia het democratische bestel hebben uitgehold. Met voorbeelden uit het recente verleden en uit zijn eigen ervaring laat de schrijver zien hoe het vertrouwen in de democratie is afgebrokkeld. Tegelijk verkent hij daarmee ook de contouren van de democratie: waar haar grenzen liggen en hoe de vervreemde burgers er weer bij betrokken kunnen raken.

De kern daarvan ligt voor de verandering niet in een begrip als ‘verbinding’ maar in het tegenovergestelde. Volgens Kieft hebben we er veel meer aan om het conflict en een gezonde vorm van wantrouwen te accepteren. Een sterke democratie heeft immers de kracht om mensen van de meest uiteenlopende overtuigingen te laten samenleven zonder het per se eens te zijn.

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 1 maart, heb je de kans om met Ewoud Kieft in gesprek te gaan over zijn boek.

Ewoud Kieft, Vechten voor democratie. De Bezige Bij.

 

Categories
Het Filosofisch Diner

De bekering tot het inconsequentialisme

We zijn als mens geneigd tot hokjesdenken. Dat zal evolutionair bepaald zijn; om je staande te houden in een wereld vol gevaren is het handig om je omgeving te categoriseren. Je abstraheert van een concreet gevaar naar een aspect daarvan – een grommend geluid? Dat moet een roofdier zijn. Slim, maar het nadeel ervan is dat we zo van het hokjesdenken zijn gaan houden, dat we niet meer zonder lijken te kunnen.

En dat is lastig wanneer we denken over goed en fout of de zin van het leven. Millennia aan filosofisch denken tonen aan dat we nooit tot een systeem van denken kunnen komen dat het geheel van de werkelijkheid kan onderbrengen. Hetzelfde geldt overigens evengoed voor de exacte wetenschappen, waarin ook altijd een klein stukje ontsnapt aan wetten en categorieën.

Op zich is dat geen nieuws, maar filosoof Frank Meester besloot het tot uitgangspunt te nemen in een filosofie van het inconsequentialisme. Hoe deze nieuwe stroming in elkaar steekt, legde hij uit tijdens Het Filosofisch Diner. De belangrijkste vraag hiervan is: hoe leid ik een goed leven in de wetenschap dat het me nooit zal lukken een goed leven te leiden? Een interessant vraag en volgens Meester een die een heel pragmatisch antwoord verdient: gewoon door het te proberen.

Dat mensen trouwens toch wel behoefte hebben aan iets van een denkkader, bleek wel tijdens het diner. Dat we geen perfecte wezens zijn, daarin konden alle deelnemers wel meekomen. Maar om dat nou als uitgangspunt voor een filosofische theorie te nemen… De vraag rees of we onszelf daarmee niet te kort doen – en nog belangrijker, of er we ermee niet te makkelijk tot relativisme vervallen. Als niets ooit lukt, waarom het dan nog proberen? Velen durfden zich aan het einde van de avond dus wel een inconsequentialist te noemen, maar hoopten toch dat er meer was.

Categories
Leestip

Frank Meester, Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen

Als je je bureau organiseert, kun je nog zo je best doen, maar er blijft altijd een restantje over dat je nergens kwijt kunt. Je kunt ordenen dat het een lieve lust is, maar er is altijd iets dat buiten de bedachte ordening valt. Met deze analogie begint Frank Meester een pleidooi voor inconsequentie. Want wat het bureau betreft, betreft volgens hem ook de wereld en ons leven: het klopt nooit helemaal.

De grootste denkers hebben hun hoofd gebroken over denksystemen en ideale werelden, maar die weten nooit de onvoorspelbare toevalligheid van de werkelijkheid te vatten. Meester ontwikkelt daarom een filosofie die deze onvolledigheid omarmt en vanuit die basis begint met de zoektocht naar antwoorden op de vraag hoe we ons leven zouden moeten leiden.

Dat resulteert in een vermakelijk betoog dat serieuze wetenschappelijke en filosofische inzichten koppelt aan geestige anekdotes. En hoewel de toon luchtig is, is Meester bijzonder zorgvuldig in zijn onderbouwing. Hij vermijdt bovendien koste wat kost het relativistische pad. Zo doordenkt hij op consequente wijze een filosofie van de inconsequentie. Dat we de wereld niet rond kunnen krijgen, betekent zeker niet dat we maar moeten opgeven om het te proberen.

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 1 februari, heb je de kans om met Frank Meester in gesprek te gaan over zijn boek.

Frank Meester, Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen – pleidooi voor inconsequentie. Ten Have.

 

Categories
Het Filosofisch Diner

Eten in de geest van Arendt

Al sinds de eerste dagen van Het Filosofisch Diner voelde ik Hannah Arendt over mijn schouder meegluren. Politiek is volgens deze denkster bottom-up georganiseerd en begint met spreken en daarnaar handelen, in samenkomst met anderen. Zoals bij Het Filosofisch Diner in feite.

Het was dan ook prachtig om te zien hoe vorm en inhoud samenvielen tijdens de eerste editie van Het Filosofisch Diner van dit jaar. Arendt-kenner Veronica Vasterling zette enkele kernbegrippen uit haar repertoire uiteen en legde zo de basis voor een gedachtewisseling over vrijheid, macht, verschillende perspectieven en de staat van de democratie.

Dat aan dat laatste flink wat te verbeteren is, werd door alle aanwezigen beaamd, maar hóe Arendts denken daarin past, was nog een lastige vraag. Populistische rechtse partijen springen in het gat waar burgers de vrijheid missen om deel te nemen in politieke processen. Zo wordt er echter niets opgelost, want inspraak wordt ingeruild voor autoritaire macht.

Hoe organiseer je bottom-up politiek dan wel? Waar begin je met het herstellen van vertrouwen en het kweken van betrokkenheid? Die vragen stonden centraal, maar het was zoeken naar een antwoord. Hoewel ik om eerlijk te zijn vermoed dat Arendt hier goedkeurend zou knikken; het geopende gesprek was al een eerste stap in de goede richting.

Categories
Het Filosofisch Diner

De uitvinding van de Afrikaanse vrouw

In sciencefictionfilms vragen aliens die de aarde bezoeken vaak om de leider van de mensheid te spreken. In vrijwel alle gevallen is deze leider de president van de VS, die al dan niet expliciet, het mandaat heeft om namens de volledige wereld te spreken. We accepteren deze fictie omdat het fictie is.

Maar in het echt maken we in het westen dergelijke foute aannames ook aan de lopende band en wel op zo’n manier, dat de consequenties ervan bijna niet terug te draaien zijn. Op 7 december bespraken we tijdens Het Filosofisch Diner een van die aannames: dat de verhouding tussen man en vrouw in Afrika hetzelfde is als in Europa.

 

Kenner van Afrikaanse filosofie Renate Schepen liet zien hoe politiek in bijvoorbeeld Nigeria traditioneel was georganiseerd in termen van leeftijd en ervaring; aparte woorden voor man en vrouw bestaan in de taal daar niet eens. Ze liet bovendien zien hoe Westerse wetenschappers hun (onbewuste) vooroordelen meebrachten in hun onderzoek naar zo’n cultuur. Het gevolg ervan was dat de Westerse projectie daarvan de werkelijkheid ging vervangen. De Afrikaanse vrouw verdween uit de geschiedenis; zij kon in Europese ogen immers geen rol van belang daarin spelen. De Afrikaanse cultuur werd in de Westerse blik zo fictioneel als een sciencefictionfilm…

De vraag is natuurlijk welke lering je daaruit kunt trekken – los ervan dat het geen kwaad kan om je vooroordelen op te schorten. Er bleek een rol te liggen voor de taal, het loslaten van genderverschillen, maar enige tact met betrekking tot de eigen geschiedenis. Om te emanciperen moeten bestaande verschillen immers eerst erkend worden, voordat ze opgelost kunnen worden – een goede suggestie uit het publiek die me bij bleef, maar die tegelijk ook aantoont hoe lastig het is om diep verankerde denkbeelden te veranderen.