Categories
Leestip

Joke Hermsen – Onder een andere hemel

Het nieuwste boek van Joke Hermsen, Onder een andere hemel, start aan de schrijftafel in haar huis in de Bourgogne. Op een plek waar ze zich al jaren thuis voelt, wordt ze overvallen door een gevoel van vervreemding en onthechting. Ze kan geen woord meer op papier zetten.

In het boek neemt ze de lezer mee op reis, via verslagen van de omzwervingen die gedurende de zomer en herfst maakt, op zoek naar een plek waar ze opnieuw thuis is. Ze onderzoekt het begrip heimwee in de breedste zin van het woord: het verlangen om op een andere plek of in een andere tijd te zijn; en ze vraagt zich af waarom het vertrouwde ineens niet meer thuis, unheimlich, kan voelen, zoals haar overkomt.

Aan de hand van persoonlijke en soms zeer intieme ervaringen uit haar eigen leven en in voortdurende gedachtewisseling met denkers en dichters waaronder Hannah Arendt, Simone Weil, Rainer Maria Rilke en Friedrich Hölderlin volgen we Hermsen op haar zoektocht door het onbekende naar een plek die opnieuw geborgenheid en herkenning geeft. Antwoorden levert dat niet per se op, maar inzicht in de ervaring van heimwee des te meer.

Dat is in eerste instantie een verlangen naar huis, maar kan juist ook een zucht zijn naar het onbekende: wat ligt er achter de horizon en voel ik me daar thuis? Een herkenbaar verlangen dat bij mij persoonlijk sterk wordt aangewakkerd door Google Street View, waar ik soms lange tijd op duizenden kilometers afstand virtueel ronddwaal met de vraag: hoe zou het daar zijn? Maar ook de verlangens die herinneringen oproepen, onze ervaring van de tijd en de vraag in hoeverre het denken en het schrijven een thuis bieden komen aan bod op Hermsens reis. Een boek om in thuis te komen.

Categories
Leestip

Jos Kessels – Taal geven aan muziek

Ik ben opgegroeid met muziek. Klassiek, modern, jazz, rock, het kwam allemaal voorbij in mijn ouderlijk huis. Ik leerde bovendien al van jongs af aan gitaar spelen. Muziek heeft daardoor altijd een belangrijke rol gespeeld in mijn leven; heeft altijd veel betekenis gehad. Maar wat die betekenis inhoudt en vooral hoe muziek die krijgt, zijn hele lastige vragen om te beantwoorden. Onze gewone taal is daarvoor niet toereikend.

Jos Kessels stelt in zijn boek Taal geven aan muziek dat het voor de meeste mensen evident is dat muziek betekenis heeft en in staat is om iets op de luisteraar over te dragen. In de wetenschap is voor die notie echter geen plaats. Muziekwetenschappers zijn geïnteresseerd in hoe muziek werkt en hoe het muzikale vermogen werkt. De vraag naar betekenis wordt daarbij niet relevant geacht; als muziek al betekenis heeft, dan zou dat alleen zijn omdat wij mensen die eraan toekennen.

Kessels onderneemt tegen het zuiver rationeel gedachte wetenschapsbeeld in een poging om naar betekenis in de muziek zelf te zoeken. Hij wil achterhalen wat ons in vervoering brengt als we naar Bach of The Beatles luisteren en hoe we daar woorden aan kunnen geven. Zo hoopt hij middels een nieuwe manier van spreken een beter begrip te krijgen van de muzikale ervaring. Bovendien moet die daarmee uit het bereik van het uitsluitend subjectieve naar het uitwisselbare worden gebracht.

Dat dat kan, ontleent hij aan de rol van muziek in de voormoderne tijd. Toen werd muziek nog als afspiegeling gezien van een kosmische orde, die iets hogers uitdrukt. Naar dat hogere zoekt Kessels ook. Niet in een goddelijke zin, maar in de vorm van kennis over jezelf en de wereld. De soort kennis die de wetenschap niet kan verkrijgen en die we daarom (te vaak) laten liggen als we zoeken naar manieren om met conflicten of problemen om te gaan. Niet dat muziek de oplossing biedt, maar wel ander perspectief. Dus: lees dit boek en open je oren opnieuw voor wat muziek doet.

Jos Kessels, Taal geven aan muziek - een nieuwe harmonieleer. Boom Filosofie.

Categories
Het Filosofisch Diner

Dineren in verwondering

Na een lange, lange periode van sociale isolatie en beperkte bewegingsmogelijkheden was het woensdag eindelijk weer mogelijk een Filosofisch Diner te houden. Merlijn Twaalfhoven hield een gepassioneerd pleidooi om ons meer open te stellen voor de verwondering, om de wereld meer als een kunstenaar te benaderen. Want hoewel we de kunstenaar steeds meer als een professional of een specialist zijn gaan zien, hebben we het juist allemaal in ons om de wereld vanuit een kunstzinnige, intuïtieve blik te aanschouwen.

Door je meer open te stellen voor het onverwachte en je te laten verwonderen door je omgeving, train je je zintuigen als het ware om opmerkzaam te worden voor subtiele prikkels. Precies die houding, waarin je de wereld net op een andere manier beziet dan wanneer je er op een rechttoe rechtaan rationele wijze in staat, kan je in staat stellen om in problematische, complexe situaties een verrassende oplossing of uitweg te zien.

Juist die verwondering en de zoektocht naar nieuwe prikkels kunnen we na een dik jaar corona wel gebruiken. Nog los van sociale isolatie, kon ook het virus zelf totaal verlammend zijn voor elke zintuiglijke waarneming, zo vertelde een deelneemster uit eigen ervaring. Niet alleen door het smaak- en reukverlies dat kan optreden, maar ook simpelweg door de vermoeidheid die het met zich meebrengt, waardoor elke prikkel er al snel een teveel is.

Tijd dus om een appel te doen op de kunstenaar in onszelf. Merlijn werkt daar al twintig jaar aan, onder andere door het organiseren van ontregelde concerten waarbij de rollen van publiek en artiest soms door elkaar lopen en worden omgedraaid. In die geest sloot Lieke Dijkstra de avond af met een poëtische performance waarbij de toeschouwer opeens op het podium bleek te staan. Interactie zoals die alleen kan bestaan in de fysieke ontmoeting. Wat een genot dat dat weer kan.

Categories
Column Het Filosofisch Diner

De kunstenaar en de kok

‘Ben jij een kunstenaar?’ is eigenlijk een beetje dezelfde vraag als ‘ben jij een kok?’ Je zult misschien geneigd zijn er terughoudend op te antwoorden: ik kan helemaal niet schilderen/musiceren/dansen, of: ik kan dat wel, maar puur uit liefhebberij, ik ben geen prof. Maar dat gaat voorbij aan wat de essentie is van kunstenaarschap: de kracht om iets te verbeelden. Dat kunnen we allemaal, maar we zijn geneigd om die vaardigheid alleen toe te schrijven aan wie daar betaald voor krijgt (of: gesubsidieerd wordt). 

Geldt dat niet ook voor de kok? Die beschouwen we als een tovenaar met eten, die door mysterieuze bereidingen fantastische smaaksensaties teweeg kan brengen. Maar ook hier geldt: wat de kok écht kok maakt, is zijn/haar/hun vermogen om te proeven. Een tong en een neus, dat heb je in feite nodig om kok te zijn. Handen om een pan mee vast te houden, vooruit, maar daarmee wijken we al van de kern af.

We leven in een samenleving van specialismen. Ieder zijn eigen vakgebied en daarbuiten kun je je beter niet begeven. Daardoor vergeten we dat we op bepaalde vlakken eigenschappen delen, die ons bepalen als mens. Verbeeldingskracht, smaaksensatie. Iedereen kan kunstenaar of kok zijn. Wat niet betekent dat iedereen het hoeft te worden – dat zou juist een hardnekkige bestendiging betekenen van het denken in specialisaties. Het betekent vooral dat je open kunt staan voor de wereld om je heen, je kunt laten verrassen door het onverwachte. En misschien dat je met vernieuwde durf de keuken in gaat om een goede maaltijd te bereiden.

Het Filosofisch Diner: Het is aan ons
Datum: 30 juni
Café MidWest, Cabralstraat 1
Inloop: 18:00u; aanvang: 19:00u
Regulier €35,- | Student €24,50

Categories
Leestip

Merlijn Twaalfhoven, Het is aan ons

Strikt genomen niet vers van de pers, deze leestip. Ik las dit boek namelijk al aan het einde van vorige zomer. Maar recent bladerde ik Het is aan ons van Merlijn Twaalfhoven nog eens door en besloot er alsnog een stukje aan te wijden. Omdat het hoop biedt in zware tijden – het boek bespreekt complexe maatschappelijke problemen, maar laat ook zien hoe we daar effectief mee om kunnen gaan. 

Merlijn Twaalfhoven neemt je mee in het verhaal van zijn leven. Dat dient als een aanstekelijk idealistisch pleidooi om als een kunstenaar, een maker, een schepper naar de wereld te kijken. Niet omdat we allemaal een kunstenaar moeten zijn, wel omdat we zo de wereld kunnen veranderen. En hoewel alle grote maatschappelijke problemen van onze tijd voorbij komen, blijft Merlijn erop vertrouwen (en de lezer met hem) dat we het vermogen hebben om daarmee om te gaan. Inspirerend!

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner (de datum wordt nog bekendgemaakt), heb je de kans om met Merlijn in gesprek te gaan over zijn boek.

Merlijn Twaalfhoven, Het is aan ons – Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden. Atlas Contact.

 

Categories
Leestip

Joke Hermsen, Ogenblik & eeuwigheid

Joke Hermsen besloot vorig jaar om een aantal essays over kunst, die ze in de afgelopen jaren voor verschillende gelegenheden schreef, te bundelen. Belangrijke thema’s uit haar eerdere werk komen voorbij: nataliteit en vrouwelijkheid, maar vooral onze verhouding tot de tijd staan centraal. Wat de essays echter bindt, is een overkoepelend pleidooi om meer tijd en aandacht te schenken aan de kunsten. Die zijn in afgelopen decennia langzaam maar zeker geweerd uit de publieke ruimte ten bate van een politiek en economie die zich vooral in termen van nut uitdrukken.

De publicatie in het Coronajaar is natuurlijk geen toeval en past goed in een tijd waarin een groot deel van de samenleving tot stilstand is gekomen. Nu is wel hét moment om de kunstenaar weer in het publieke debat te betrekken en een nieuw kader te scheppen voor hoe we onze maatschappelijke problemen ‘post-corona’ te lijf kunnen gaan.

De afwisselende beschouwing van verschillende kunstvormen (met name literatuur en beeldende kunst) en het beeldende taalgebruik, met hier en daar een persoonlijke anekdote, zorgen ervoor dat het boek vlot leest, terwijl de ernst van de boodschap beklijft. Bovendien zette het mij ertoe aan om aan De Toverberg van Thomas Mann te beginnen. Dan weet je dat het serieus is.

Joke J. Hermsen, Ogenblik & eeuwigheid – Meer tijd voor de kunst. De Arbeiderspers.