Na een lange, lange periode van sociale isolatie en beperkte bewegingsmogelijkheden was het woensdag eindelijk weer mogelijk een Filosofisch Diner te houden. Merlijn Twaalfhoven hield een gepassioneerd pleidooi om ons meer open te stellen voor de verwondering, om de wereld meer als een kunstenaar te benaderen. Want hoewel we de kunstenaar steeds meer als een professional of een specialist zijn gaan zien, hebben we het juist allemaal in ons om de wereld vanuit een kunstzinnige, intuïtieve blik te aanschouwen.
Door je meer open te stellen voor het onverwachte en je te laten verwonderen door je omgeving, train je je zintuigen als het ware om opmerkzaam te worden voor subtiele prikkels. Precies die houding, waarin je de wereld net op een andere manier beziet dan wanneer je er op een rechttoe rechtaan rationele wijze in staat, kan je in staat stellen om in problematische, complexe situaties een verrassende oplossing of uitweg te zien.
Juist die verwondering en de zoektocht naar nieuwe prikkels kunnen we na een dik jaar corona wel gebruiken. Nog los van sociale isolatie, kon ook het virus zelf totaal verlammend zijn voor elke zintuiglijke waarneming, zo vertelde een deelneemster uit eigen ervaring. Niet alleen door het smaak- en reukverlies dat kan optreden, maar ook simpelweg door de vermoeidheid die het met zich meebrengt, waardoor elke prikkel er al snel een teveel is.
Tijd dus om een appel te doen op de kunstenaar in onszelf. Merlijn werkt daar al twintig jaar aan, onder andere door het organiseren van ontregelde concerten waarbij de rollen van publiek en artiest soms door elkaar lopen en worden omgedraaid. In die geest sloot Lieke Dijkstra de avond af met een poëtische performance waarbij de toeschouwer opeens op het podium bleek te staan. Interactie zoals die alleen kan bestaan in de fysieke ontmoeting. Wat een genot dat dat weer kan.