Categories
Het Filosofisch Diner

Dodelijke gekte

Is er sprake van vrije wil als iemand in een waan of psychose een moord pleegt? En kunnen we iemand daar dan verantwoordelijk voor houden? Hoewel het statistisch gezien maar weinig voorkomt, halen dergelijke moordzaken bijna altijd de voorpagina van de krant. En op die voorpagina’s wordt doorgaans (te) weinig recht gedaan aan de bijzonder complexe omstandigheden die in zo’n zaak spelen. Hoog tijd voor wat filosofische verdieping!

Psychiater en filosoof Lotje Steins Bisschop onderzocht samen met journalist Roselien Herderschee verschillende moordzaken en bundelde die met achtergrond over het juridische en psychiatrische systeem in een boek dat uiteindelijk filosofische vragen over autonomie en verantwoordelijkheid oproept. Op 7 februari besprak ze tijdens Het Filosofisch Diner een aantal van deze zaken om die vragen aan het licht te brengen. In de rechtspraak en de psychiatrie wordt vrijwel altijd een antwoord gevonden, maar vanuit de filosofie blijven deze vragen doorgaans open.

Ook tijdens het diner werd duidelijk dat het vrijwel onmogelijk is om een sluitend antwoord te vinden. Het is niet eenduidig aan te geven waar iets als de vrije wil huist; en zodoende is het ook nooit volledig duidelijk in hoeverre iemand met intentie handelt als diegene in een psychose verkeert. Binnen de rechtspraak zijn daar heldere criteria voor, maar bij het bepalen van morele last wegen teveel tegenstrijdigheden mee, zo bleek uit de vele vragen die het publiek aan Steins Bisschop voorlegde. Het gaat in de filosofie om het vragen stellen, maar op het gebied van leven en dood is de menselijke drang naar antwoorden vaak te groot.

Gelukkig was daar aan het einde nog een prachtig gedicht door Jeroen van Wijk, die met wisselende perspectieven dit grijze gebied een persoonlijkheid gaf. Het gedicht dat hij schreef voor de gelegenheid, getiteld 'Wie ben je?' kun je hier teruglezen.

Categories
Leestip

Willem Schinkel, De hamsteraar

Willem Schinkel staat al lang bekend als een scherp criticus van het kapitalisme en neoliberalisme, maar in zijn nieuwste boek blijft er werkelijk geen spaander van heel. In De hamsteraar laat hij zien dat wat in het hedendaagse kapitalisme doorgaat voor natuurlijke economische randvoorwaarden, feitelijk berust op ideologische aannames zonder enige basis in de werkelijkheid. Schinkel maakt dat duidelijk aan de hand van een analyse van de hamsteraar, die een jaar geleden tijdens de start van de Coronacrisis op het toneel verscheen en in de supermarkten nog geen rol toiletpapier achterliet.

Was daar dan niet genoeg van? Jawel, argumenteert Schinkel, maar de ‘vrije markt’ creëert zelf schaarste door een wereldwijde logistiek die voorraden altijd net op peil houdt. Tot de hamsteraar opduikt. Terwijl de (neo)liberale econoom dit figuur als een moreel verwerpelijke anomalie ziet, brengt deze voor Schinkel juist helder aan het licht wat er in essentie aan het kapitalisme schort én welke kansen er zijn om dit systeem in te laten storten.

Revolutionaire taal dus en geen vrolijk stemmend beeld van hoe de wereld ervoor staat. Want hoewel Schinkel in het laatste hoofdstuk de scheuren in het neoliberale systeem laat zien en daarbij een glimp toont van hoe maatschappelijke vernieuwing in gang kan worden gezet, komt juist in de laatste verkiezingsuitslag sterk naar voren dat weinig Nederlanders zich een alternatief kunnen voorstellen. De massa stemt op liberale partijen die zich vastklampen aan een status quo, terwijl zij die wel voelen wat er mis is grotendeels naar de rechterflank worden gedreven.

Een boos boek, met hier en daar wat cynische grappen over toiletpapier maar ook een behoorlijke vloed aan marxistische theorie. Minder toegankelijk misschien voor wie daar niet in thuis is, maar desalniettemin een must-read. Want zonder de woede die Schinkel oproept, blijft elke visie op een andere maatschappij buiten zicht.

Willem Schinkel, De hamsteraar – Kritiek van het logistiek kapitalisme. Boom.