In sciencefictionfilms vragen aliens die de aarde bezoeken vaak om de leider van de mensheid te spreken. In vrijwel alle gevallen is deze leider de president van de VS, die al dan niet expliciet, het mandaat heeft om namens de volledige wereld te spreken. We accepteren deze fictie omdat het fictie is.
Maar in het echt maken we in het westen dergelijke foute aannames ook aan de lopende band en wel op zo’n manier, dat de consequenties ervan bijna niet terug te draaien zijn. Op 7 december bespraken we tijdens Het Filosofisch Diner een van die aannames: dat de verhouding tussen man en vrouw in Afrika hetzelfde is als in Europa.
Kenner van Afrikaanse filosofie Renate Schepen liet zien hoe politiek in bijvoorbeeld Nigeria traditioneel was georganiseerd in termen van leeftijd en ervaring; aparte woorden voor man en vrouw bestaan in de taal daar niet eens. Ze liet bovendien zien hoe Westerse wetenschappers hun (onbewuste) vooroordelen meebrachten in hun onderzoek naar zo’n cultuur. Het gevolg ervan was dat de Westerse projectie daarvan de werkelijkheid ging vervangen. De Afrikaanse vrouw verdween uit de geschiedenis; zij kon in Europese ogen immers geen rol van belang daarin spelen. De Afrikaanse cultuur werd in de Westerse blik zo fictioneel als een sciencefictionfilm…
De vraag is natuurlijk welke lering je daaruit kunt trekken – los ervan dat het geen kwaad kan om je vooroordelen op te schorten. Er bleek een rol te liggen voor de taal, het loslaten van genderverschillen, maar enige tact met betrekking tot de eigen geschiedenis. Om te emanciperen moeten bestaande verschillen immers eerst erkend worden, voordat ze opgelost kunnen worden – een goede suggestie uit het publiek die me bij bleef, maar die tegelijk ook aantoont hoe lastig het is om diep verankerde denkbeelden te veranderen.