Categories
Het Filosofisch Diner Leestip

Gijs van Oenen – Culturele veldslagen

Michel Foucault krijgt tegenwoordig vaak het verwijt de weg te hebben bereid voor de felle strijd tussen verschillende groepen aan beide zijden van het politieke spectrum. Zijn denken over macht en taal en zijn analyse van het onderscheid tussen normaliteit en waanzin, tussen het rationele en het irrationele, hebben het vooruitgangsdenken gesloopt en identiteit vervormd tot een construct van onderdrukte eigenschappen. Zo leest Susan Neiman het in elk geval in haar recente essay Left ≠ woke.

Het klopt inderdaad dat in de huidige clash tussen links en rechts in de strijd om erkenning en emancipatie van verschillende (al dan niet zelfbenoemde) minderheden weinig reden is om te hopen op enige toenadering. Maar Neiman doet de Franse filosoof wel tekort. Dat blijkt in het (net eerder verschenen) boek Culturele veldslagen. Daarin onderzoekt Gijs van Oenen de filosofische horizon waarbinnen we de hedendaagse identiteitspolitiek en de langer lopende ‘culture wars’ moeten plaatsen.

Hij herleidt die enerzijds inderdaad tot Foucault, maar eveneens tot Derrida en andere Franse (post)-structuralistische denkers, verzameld onder de noemer ‘Theorie’, die in de jaren zestig de filosofie binnenstebuiten keerden en de rol van taal als machtsinstrument blootlegden. Anderzijds graaft hij verder terug in de tijd: hij laat zien hoe de moderne notie van cultuur zijn oorsprong heeft in de periode rond de Eerste Wereldoorlog en de in die tijd ontwikkelde opvattingen over marxisme en de klassenmaatschappij.

Die twee belangrijke ontwikkelingen in het denken vormen een reactie op het wegvallen van de traditionele burgerlijke identiteit. Want wie en wat is de mens dan in de moderne maatschappij? Daarop kan niet langer een eenduidig antwoord bestaan. Dit leidt tot verschillende golven van emancipatie, maar ook tot getouwtrek tussen links en rechts over wie het recht van spreken heeft – waarbij beide kanten (onbedoeld) de afkeer delen van het zich als ideologisch neutraal en tolerant presenterende (neo)-liberalisme.

Taal en identiteit zijn tot wapen geworden, is de terechte conclusie van Van Oenen. Dat is reden tot zorg, omdat de identiteitspolitieke strijd op scherp staat zonder uitzicht op een staakt-het-vuren. Dat is echter geen reden om Foucault en zijn tijd- en landgenoten af te schrijven – zij dragen immers geen schuld. Sterker nog, in hun filosofie van deconstructie en verzet schuilt mogelijk een andere weg; niet vooruit, zoals Susan Neiman bepleit, maar wel naar andere maatschappelijke machtsverhoudingen. Zo onaantrekkelijk is dat toch niet?

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 3 mei, heb je de kans om met Gijs van Oenen in gesprek te gaan over zijn boek.

Gijs van Oenen, Culturele veldslagen – Filosofie van de culture wars. Boom Filosofie.

Categories
Het Filosofisch Diner

Mag verschil er zijn?

Lonneke van Heugten schreef live een poëtische reflectie tijdens Het Filosofisch Diner van 5 april

Top zwaar

Waarderen van verschil in opleidingsniveau
Waard & eren
Waar deren we ons aan in deze discussie?
Want was je van stand met weinig verstand, dan kon je lekker een kwartje blijven.

Nu loopt het uit de hand.
Het is druk aan de bovenkant.
Er ligt druk op schouders
en overbezorgde ouders, de maatschappij topzwaar,
straks vallen we om
De schoolbanken zitten vol en de kroegen zijn leeg
en wie rijk is op Insta, is toch echt niet dom?
Terwijl kansen in scholing voor iedereen stegen, is waardering van talenten lager gebleven.
Minderwaardigheidsgevoelens lopen hoog op en de zorg lijdt er onder.
Het verheffen, krampachtig nagestreefd, heeft bepaalde intelligentie uit beroepen gezeefd.

We geloven in gelijk en negeren verschil, het lijkt onverschillig,
maar het doet ons toch veel.

“Vind je papa en mama allebei even lief?”
Het kindje antwoord: “Anders-even.”

Wat is jouw niveau?
In het Duits, vertelde een vent,
is voor ‘denkniveau’
geen equivalent.

Wat is nodig, op welk moment:
intelligentie, vaardigheden?
Wat maakt intelligentie een bepalende kwaliteit in indeling van mensheid?
Het leek zo gelijkwaardig, zelfs zachtaardig,
want meten is weten
en als het objectief getest kan worden zal het wel iets betekenen?
Maar de betekenis van ‘hoog’ en ‘laag’ loopt spaak.
Want: bevlogenheid, nieuwsgierigheid, interesse, passie, ze zijn geen bevlieging! Minder meetbaar, maar zo veel meer raak.

Het waarderen van kúnnen in plaats van denken (ook het kunnen denken is een kunnen), heft dat disbalans op?
Mogen we onszelf dat gunnen?

De zuilen zijn verbrokkeld,
veel obstakels verwaaid,
doorstroming bestaat
en denken in kansen is opgelaaid
Maar wat is die stroom?
Wie sluit ons aan
op dit mensbeeld
Wie helpt ons weer uit de droom?

Want we stijgen op ladders
tot in bubbels van gelijkgestemden
We stijgen en stijgen extremer,
verschillen ons verder,
afgepeld tot mening en diploma en wat dies nog meer zij
Tot we het mede-menselijk zíj́n,
zijn verleerd.

Ach de schaarste lost het op!
De wet van de markt
De boer rijk
De academicus arm
Ik weet, het is veel diffuser maar dit heeft z’n charm
En straks als AI het voor het zeggen heeft,
spreken we voor onszelf niet meer, is het klaar met dat overgewaardeer,
komt de waarde niet uit opleidingsbeleggen,
maar uit menselijke nabijheid,
weer.

Categories
Het Filosofisch Diner

Vechten voor democratie

Waarom zouden we vechten voor democratie? Ewoud Kieft wist het antwoord wel, tijdens Het Filosofisch Diner waar deze vraag centraal stond. Omdat democratie de beste staatsvorm is, die tot nu toe is bedacht. Een staatsvorm die recht doet aan de veelvuldigheid van stemmen waaruit de samenleving bestaat. En waarin we het bovendien niet met elkaar eens zijn.

Maar Ewoud maakt zich zorgen over de democratie, zo geeft hij aan. Het vertrouwen in de democratie verdwijnt en als we zoeken naar wat democratisch is, wijzen we bij voorkeur naar haar tegendeel, alleenheersers of autocraten. Frappant genoeg zijn dat ook juist degenen die graag benadrukken dat ze democratisch aan de macht zijn gekomen. Van Bolsonaro en Trump tot Poetin en Xi Jinping: allemaal hebben ze lak aan de liberale democratie, maar wijzen er graag op dat zo een meerderheid van stemmen zijn verkozen.

Zo bezien is de democratie heeft de democratie toch een sterkere aantrekkingskracht dan we vaak denken, beredeneert Ewoud. Alleen doen de alleenheersers de democratie geen recht; ze ontkennen het pluralisme en houden graag vast aan een sprookje over een specifiek doel waarvoor hun volk is uitverkoren.

En juist daarom moeten we vechten voor democratie. Om te laten zien dat ze geen onbereikbare fantasie vertegenwoordigt, maar juist een hele tastbare realiteit. Waarin geen harmonie wordt nagestreefd, maar waarin conflict een plaats krijgt. Zodat vechten geen handgemeen is, maar een politieke strijd, die op lange termijn zou moeten leiden tot een vreedzame samenleving.

Categories
Het Filosofisch Diner

De bekering tot het inconsequentialisme

We zijn als mens geneigd tot hokjesdenken. Dat zal evolutionair bepaald zijn; om je staande te houden in een wereld vol gevaren is het handig om je omgeving te categoriseren. Je abstraheert van een concreet gevaar naar een aspect daarvan – een grommend geluid? Dat moet een roofdier zijn. Slim, maar het nadeel ervan is dat we zo van het hokjesdenken zijn gaan houden, dat we niet meer zonder lijken te kunnen.

En dat is lastig wanneer we denken over goed en fout of de zin van het leven. Millennia aan filosofisch denken tonen aan dat we nooit tot een systeem van denken kunnen komen dat het geheel van de werkelijkheid kan onderbrengen. Hetzelfde geldt overigens evengoed voor de exacte wetenschappen, waarin ook altijd een klein stukje ontsnapt aan wetten en categorieën.

Op zich is dat geen nieuws, maar filosoof Frank Meester besloot het tot uitgangspunt te nemen in een filosofie van het inconsequentialisme. Hoe deze nieuwe stroming in elkaar steekt, legde hij uit tijdens Het Filosofisch Diner. De belangrijkste vraag hiervan is: hoe leid ik een goed leven in de wetenschap dat het me nooit zal lukken een goed leven te leiden? Een interessant vraag en volgens Meester een die een heel pragmatisch antwoord verdient: gewoon door het te proberen.

Dat mensen trouwens toch wel behoefte hebben aan iets van een denkkader, bleek wel tijdens het diner. Dat we geen perfecte wezens zijn, daarin konden alle deelnemers wel meekomen. Maar om dat nou als uitgangspunt voor een filosofische theorie te nemen… De vraag rees of we onszelf daarmee niet te kort doen – en nog belangrijker, of er we ermee niet te makkelijk tot relativisme vervallen. Als niets ooit lukt, waarom het dan nog proberen? Velen durfden zich aan het einde van de avond dus wel een inconsequentialist te noemen, maar hoopten toch dat er meer was.

Categories
Het Filosofisch Diner

Eten in de geest van Arendt

Al sinds de eerste dagen van Het Filosofisch Diner voelde ik Hannah Arendt over mijn schouder meegluren. Politiek is volgens deze denkster bottom-up georganiseerd en begint met spreken en daarnaar handelen, in samenkomst met anderen. Zoals bij Het Filosofisch Diner in feite.

Het was dan ook prachtig om te zien hoe vorm en inhoud samenvielen tijdens de eerste editie van Het Filosofisch Diner van dit jaar. Arendt-kenner Veronica Vasterling zette enkele kernbegrippen uit haar repertoire uiteen en legde zo de basis voor een gedachtewisseling over vrijheid, macht, verschillende perspectieven en de staat van de democratie.

Dat aan dat laatste flink wat te verbeteren is, werd door alle aanwezigen beaamd, maar hóe Arendts denken daarin past, was nog een lastige vraag. Populistische rechtse partijen springen in het gat waar burgers de vrijheid missen om deel te nemen in politieke processen. Zo wordt er echter niets opgelost, want inspraak wordt ingeruild voor autoritaire macht.

Hoe organiseer je bottom-up politiek dan wel? Waar begin je met het herstellen van vertrouwen en het kweken van betrokkenheid? Die vragen stonden centraal, maar het was zoeken naar een antwoord. Hoewel ik om eerlijk te zijn vermoed dat Arendt hier goedkeurend zou knikken; het geopende gesprek was al een eerste stap in de goede richting.

Categories
Het Filosofisch Diner

De uitvinding van de Afrikaanse vrouw

In sciencefictionfilms vragen aliens die de aarde bezoeken vaak om de leider van de mensheid te spreken. In vrijwel alle gevallen is deze leider de president van de VS, die al dan niet expliciet, het mandaat heeft om namens de volledige wereld te spreken. We accepteren deze fictie omdat het fictie is.

Maar in het echt maken we in het westen dergelijke foute aannames ook aan de lopende band en wel op zo’n manier, dat de consequenties ervan bijna niet terug te draaien zijn. Op 7 december bespraken we tijdens Het Filosofisch Diner een van die aannames: dat de verhouding tussen man en vrouw in Afrika hetzelfde is als in Europa.

 

Kenner van Afrikaanse filosofie Renate Schepen liet zien hoe politiek in bijvoorbeeld Nigeria traditioneel was georganiseerd in termen van leeftijd en ervaring; aparte woorden voor man en vrouw bestaan in de taal daar niet eens. Ze liet bovendien zien hoe Westerse wetenschappers hun (onbewuste) vooroordelen meebrachten in hun onderzoek naar zo’n cultuur. Het gevolg ervan was dat de Westerse projectie daarvan de werkelijkheid ging vervangen. De Afrikaanse vrouw verdween uit de geschiedenis; zij kon in Europese ogen immers geen rol van belang daarin spelen. De Afrikaanse cultuur werd in de Westerse blik zo fictioneel als een sciencefictionfilm…

De vraag is natuurlijk welke lering je daaruit kunt trekken – los ervan dat het geen kwaad kan om je vooroordelen op te schorten. Er bleek een rol te liggen voor de taal, het loslaten van genderverschillen, maar enige tact met betrekking tot de eigen geschiedenis. Om te emanciperen moeten bestaande verschillen immers eerst erkend worden, voordat ze opgelost kunnen worden – een goede suggestie uit het publiek die me bij bleef, maar die tegelijk ook aantoont hoe lastig het is om diep verankerde denkbeelden te veranderen.

Categories
Het Filosofisch Diner

Wat is wildernis?

Vrijwel geen stukje groen van Nederland is nog ongecultiveerd. Ook de plekken waarvan we graag zeggen dat de natuur er zonder menselijk ingrijpen zijn gang laten gaan, worden eigenlijk minutieus beheerd op basis van vooropgesteld beleid over hoe wilde natuur eruit zou moeten zien. We houden onszelf eigenlijk een beetje voor de gek en het wordt tijd om daar eens mee op te houden.

Dat is de kern van waar het tijdens Het Filosofisch Diner op 2 november over ging. Botanisch filosoof Norbert Peeters ontmaskerde de liefhebber van de woeste natuur als een romantische idealist die de mens het liefst geheel wegcijfert uit de natuur – denk aan de vele prachtige natuurdocumentaires die er zijn, waarin nooit een menselijke hand te zien is, terwijl die toch zeer aanwezig is. Dus stelde hij de vraag: wat is nou een zinnig begrip van het woord ‘wildernis’?

Voer voor een goed gesprek over hoe de mens binnen de natuur staat en de vele, vele associaties die het wilde oproept tot de vraag of semantische haarkloverij onze relatie met de rest van de natuur überhaupt een stap verder helpt.

Typisch een avond die met meer vragen eindigt dan waar hij begon, maar die wel werd afgerond met een weelderige brownie, gedecoreerd met bloemen, en een ronduit wild stuk spoken word van woordkunstenaar Ike Krijnen, waarin het meest waanzinnige wild werd voorgeschoteld. Dan ogen de taferelen die David Attenborough becommentarieerd ineens een stuk lieflijker.

Categories
Het Filosofisch Diner

Surfen met Sartre

Maakt het existentialisme een voorzichtige comeback? We kauwden op die vraag tijdens een Filosofisch Diner waarin het denken van Sartre centraal stond. De Franse denker werd vanaf de jaren zestig afgeserveerd door postmoderne denkers, die vonden dat hij de mens teveel op een voetstuk plaatste, zo vertelde Sartre-kenner Simon Gusman. Dat terwijl het existentialisme juist tegenwoordig verhelderende inzichten kan bieden in hoe we ons verhouden tot de wereld.

Ons leven is tegenwoordig immers vergeven van keuzemogelijkheden. Het internet schotelt ons op dagelijkse basis een keuzemenu voor, waar we twintig jaar geleden alleen maar van hadden kunnen dromen. Dat zou leiden tot vervreemding; het gevoel je zelf te verliezen in een zee van opties. Juist op dit punt kunnen we volgens Gusman bij Sartre te rade gaan, want keuzevrijheid is een van de pijlers waarop zijn filosofie rust.

Gusmans pleidooi toonde aan dat het overgrote deel van de keuzes die je online hebt, triviaal zijn en in het niet vallen bij het grotere project van het vormen van een identiteit. Wie je bent, wordt niet bepaald door welke kleding je koopt, op welke advertenties je klikt en welke likes je uitdeelt. Precies andersom: binnen het overkoepelende project van jouw zelf, passen dergelijke keuzes.

Een geruststelling? Niet voor alle deelnemers; want algoritmes sorteren toch immers voor op keuzes? Ze bepalen wie je bent, op basis van wat je eerder koos en sturen je daarmee verder in een bepaalde richting, ongeacht of dat past bij wie je wilt zijn of bent. Lastig vaarwater, waarin de postmodernisten toch weer het hoofd om de hoek steken. Het existentialisme is bijzonder interessant, maar erg vatbaar voor kritiek.

Categories
Het Filosofisch Diner

De mythe van de vrije wil

Een van de belangrijkste taken van de filosofie is om aannames te bevragen. Waarom beschouwen we sommige als vanzelfsprekend, en klopt dat wel? Een goed voorbeeld hiervan is de vrije wil. Binnen de academische filosofie een notoir lastig onderwerp, maar over het algemeen twijfelen we er niet aan ons handelen wordt bepaald door keuzes die we zélf maken.

De geldigheid van die aanname stond ter discussie tijdens het eerste Filosofische Diner van deze herfst. Jurriën Hamer, die naast filosoof ook jurist is, hield een vurig pleidooi tegen de vrije wil. Niet omdat hij dacht dat we volledig gedetermineerd zijn; wel omdat hij meent dat het idee van een vrije wil ongelijkheid en onrechtvaardigheid met zich meebrengt. Als we uiteindelijk altijd volledig zelf verantwoordelijk zijn voor wat we doen, moeten we ook altijd zelf de consequenties dragen. Zo wordt ook geluk een keuze – terwijl we heel goed weten dat dat niet klopt.

Voor veel aanwezigen was het duidelijk een bittere pil om te slikken – het idee dat de controle over je eigen handelen maar zeer beperkt is, is niet fijn en staat heel ver van hoe we ons dagelijks leven ervaren. Maar volgens Jurriën is een nieuw blik op de wil nodig om radicale maatschappelijke en politieke veranderingen tot stand te brengen, die voor een rechtvaardiger samenleving zorgen. Een eerlijker verdeling van welvaart en een nieuwe penitentiair systeem gericht op reïntegratie in plaats van straf – hier komt de jurist naar boven.

De belangrijkste vraag was wel: is zo’n complexe filosofische vraag wel het juiste startpunt voor een maatschappelijke omslag? Wie wil er nog veranderen nadat hij heeft gehoord dat de vrije wil toch niet bestaat? Een goede suggestie in een andere richting sloot de avond af: moeten we om van het ‘willen’ af te komen, niet ook van het woordje ‘ik’ af?

Categories
Het Filosofisch Diner

Plantenblindheid

66 miljoen jaar geleden zorgde een meteorietinslag voor het uitsterven van een groot deel van het leven op aarde, met name van de dinosauriërs. Waar we echter maar zelden bij stilstaan, is dat ‘leven’ hier altijd gedefinieerd wordt in termen van dierenleven. Een groter deel van de planten overleefde namelijk wél. Dit is tekenend voor de blinde vlek die we als mensen hebben ten opzichte van het plantenrijk. We hebben weinig oog voor de vermogens van planten, of het nou gaat om hun overleven, hun aanpassing of hun vormen van communicatie en sociaal gedrag.

Over deze ‘plantenblindheid’ ging het tijdens een Filosofische Matinee in het Pinksterweekend. Wat betekent deze vooringenomenheid tegen planten precies? Op welke wijze vertonen planten tekenen van intelligentie? En wat zegt dat over onze verhouding met planten?

In de tuin van nomadisch filosofe Renate Schepen bespraken we deze vragen, toepasselijk omgeven door veel groen, dat mogelijk stilletjes meeluisterde. Renate bevroeg plantenkenner Martin Kullik op het thema; hij liet zien dat planten tot veel meer in staat zijn dan we doorgaans denken, maar ook dat ons gebrek aan kennis een bedreiging vormt voor veel plantensoorten. En waar we bedreigde diersoorten nog voor uitsterven willen behoeden, vergaat veel planten dat lot in stilte.

De belangrijkste vraag van de middag was daarmee eigenlijk: hoe ontdoen we ons van plantenblindheid? Daartoe trokken we duinen rond Egmond aan Zee in om letterlijk de ogen te openen voor de plantenrijkdom om ons heen. Daar troffen we natuurlijk duindoorn, maar ook wolfsmelk, wilde asperge en nog vele andere planten waarvan ik de namen ben vergeten – mijn blindheid is nog niet geheel verholpen.

Terug in de tuin praatten we na met heerlijk plantaardig eten en gefermenteerd sap van de vitis vinifera of wijnstok (deze drank kennen we beter als ‘wijn’). Dat is een plant waarvoor we in bepaald opzicht in elk geval minder blind zijn. Nu nog oog krijgen voor de rest.