Categories
Het Filosofisch Diner

Blinde vlekken

Discriminiatie is verboden; in de grondwet is vastgelegd dat we geen onderscheid mogen maken tussen mensen op basis van geloof, gender, seksualiteit, etniciteit, politieke overtuiging of fysieke of geestelijke beperking. Dat lijkt helder, maar het laat de vraag open wanneer er sprake is van discriminatie. Lieke Asma ging daarom tijdens Het Filosofisch Diner in op de vraag wat discriminatie eigenlijk is en hoe we het kunnen voorkomen.

Volgens haar is het grootste deel van discriminerend gedrag onbedoeld of onbewust: we denken dat we juist handelen, willen dat ook, maar maken in de praktijk keuzes die toch door laten schemeren dat we discrimineren. Uitgebreid psychologisch onderzoek heeft dit wetenschappelijk aangetoond, maar geeft volgens Asma geen bevredigende verklaring voor de discrepantie tussen wat we doen en wat we denken dat we doen.

Ze bepleitte daarom een perspectief dat niet zozeer is gericht op degene die (onbedoeld of onbewust) discrimineert, maar juist op de context waarin dat gebeurt. Daarbinnen speelt namelijk altijd een maatschappelijk ingebedde normativiteit mee, die ons handelen mede bepaalt. Zo kan het dat het geslacht bij de keuze tussen een mannelijke en vrouwelijke sollicitant meespeelt, omdat er nog steeds een maatschappelijke norm bestaat die de voorkeur geeft aan mannen boven vrouwen. Ook als we die norm niet onderschrijven.

Hoe herkennen we gevallen van discriminatie dan? En hoe veranderen we die patronen? Normen, zo klonk het uit het publiek, zijn abstracte gedragsregels. We kunnen ze wel expliciet maken om bewustzijn ervan te creëren, maar de uitdaging is juist om ze in concrete situaties te herkennen en ze van daaruit aan de kaak te stellen. Een oefening die vraagt om flink wat reflectie en een open houding. Die was er tijdens het diner gelukkig al wel, nu nog in de rest van de wereld.

Categories
Het Filosofisch Diner Leestip

Rebecca Buxton & Lisa Whiting – De filosofes

De filosofische canon is in beweging. In de bredere maatschappelijke context van een nieuwe waardering en erkenning voor mensen die in de geschiedenis naar de marge zijn gedrukt, ontstaat ook in de filosofie meer aandacht voor deze groepen. Niet-westerse filosofie wordt herontdekt, queer manieren van denken omarmd en de rol van vrouwen in het denken krijgt ook een plaats.

Dat gaat allemaal niet vanzelf. De Engelse filosofes Rebecca Buxton en Lisa Whiting besloten tot de uitgave van een boek waarin ze twintig vrouwelijke denkers uitlichten. In korte schetsen wordt van elk van deze denksters de biografie aan hun denken gekoppeld. Vaak blijkt daaruit dat deze vrouwen hun plek in de geschiedenis moesten afstaan aan een man of dat hun denken in de Westerse academie afgedaan werd als onwetenschappelijk mystiek, terwijl hun gedachtegoed met graagte werd overgenomen.

De filosofes bevat een handvol denksters uit meer dan twee millennia en van over de hele wereld. Daarmee is de selectie gelijk al bijzonder beperkt, zo blijkt ook wel uit de uitgebreide namenlijst van filosofes die ook de moeite waard zijn om te bestuderen, maar aan wie geen artikel gewijd is. Ook voor inhoudelijke diepgang biedt het boek (helaas) weinig ruimte. Dat hebben de initiatiefneemster ondergeschikt gemaakt aan de boodschap: laten we aan meer vrouwelijke denkers een podium geven. Het boek is dus geen afgerond geheel, geen nieuwe canon, maar een breekijzer om bestaande structuren open te breken. En daartoe biedt het zeker inspiratie.

Rebecca Buxton & Lisa Whiting, De filosofes. Lontano.

Categories
Het Filosofisch Diner

Grenzeloze filosofie

In de jaren zestig hebben de filosofie en het denken in het algemeen een tik van de molen gekregen. Denkers als Derrida en Foucault hebben laten zien dat het formuleren van normen vooral een uitdrukking is van machtsverhoudingen. Wie binnen de norm valt, heeft de touwtjes in handen, wie erbuiten valt, niet. Dat heeft geleid tot golven van protest, de roep om emancipatie van minderheden en een groeiend verzet tegen macht en autoriteit over de hele breedte van het politieke spectrum - in een term samengevat: culture wars

Is het erg dat de filosofie gek is geworden, vroeg Gijs van Oenen zich vorige week af tijdens Het Filosofisch Diner. Dat niet, meende hij, maar je kunt je wel afvragen of de daaruit voortkomende strijd om emancipatie ooit tot een bevredigend en zinvol einde kan komen. Dat bleek een prikkelende stelling te zijn.

Volgens Van Oenen schuilt er een tragiek in het strijden tegen heersende normen, zoals dat tegenwoordig onder de noemer identiteitspolitiek zo sterk gebeurt. Het winnen van de strijd betekent tegelijk het wegvagen van de legitimiteit ervan - de kern van de strijd is immers niet het instellen van een nieuwe norm, het creëren van een dominante groep, maar het afzetten tegen de bestaande norm.

Het problematische van deze filosofie, bleek ook tijdens deze avond, is dat ze uiteindelijk altijd zichzelf als onderwerp neemt en zichzelf onderuit poogt te halen. Het ging tussen deelnemers over de vraag waar het verschil ligt tussen het persoonlijke en het politieke, tussen theorie en praktijk, en in het gesprek daarover werd juist de onvermijdelijke versmelting van die gebieden duidelijk. Filosofie (of was het dat wel?) op het scherpst van de snede. Dat het daarin lastig, zo niet onmogelijk, is om te zoeken naar gemeenschappelijke grond, biedt weinig hoop op een goed verloop van de culturele veldslagen.

Categories
Het Filosofisch Diner Leestip

Gijs van Oenen – Culturele veldslagen

Michel Foucault krijgt tegenwoordig vaak het verwijt de weg te hebben bereid voor de felle strijd tussen verschillende groepen aan beide zijden van het politieke spectrum. Zijn denken over macht en taal en zijn analyse van het onderscheid tussen normaliteit en waanzin, tussen het rationele en het irrationele, hebben het vooruitgangsdenken gesloopt en identiteit vervormd tot een construct van onderdrukte eigenschappen. Zo leest Susan Neiman het in elk geval in haar recente essay Left ≠ woke.

Het klopt inderdaad dat in de huidige clash tussen links en rechts in de strijd om erkenning en emancipatie van verschillende (al dan niet zelfbenoemde) minderheden weinig reden is om te hopen op enige toenadering. Maar Neiman doet de Franse filosoof wel tekort. Dat blijkt in het (net eerder verschenen) boek Culturele veldslagen. Daarin onderzoekt Gijs van Oenen de filosofische horizon waarbinnen we de hedendaagse identiteitspolitiek en de langer lopende ‘culture wars’ moeten plaatsen.

Hij herleidt die enerzijds inderdaad tot Foucault, maar eveneens tot Derrida en andere Franse (post)-structuralistische denkers, verzameld onder de noemer ‘Theorie’, die in de jaren zestig de filosofie binnenstebuiten keerden en de rol van taal als machtsinstrument blootlegden. Anderzijds graaft hij verder terug in de tijd: hij laat zien hoe de moderne notie van cultuur zijn oorsprong heeft in de periode rond de Eerste Wereldoorlog en de in die tijd ontwikkelde opvattingen over marxisme en de klassenmaatschappij.

Die twee belangrijke ontwikkelingen in het denken vormen een reactie op het wegvallen van de traditionele burgerlijke identiteit. Want wie en wat is de mens dan in de moderne maatschappij? Daarop kan niet langer een eenduidig antwoord bestaan. Dit leidt tot verschillende golven van emancipatie, maar ook tot getouwtrek tussen links en rechts over wie het recht van spreken heeft – waarbij beide kanten (onbedoeld) de afkeer delen van het zich als ideologisch neutraal en tolerant presenterende (neo)-liberalisme.

Taal en identiteit zijn tot wapen geworden, is de terechte conclusie van Van Oenen. Dat is reden tot zorg, omdat de identiteitspolitieke strijd op scherp staat zonder uitzicht op een staakt-het-vuren. Dat is echter geen reden om Foucault en zijn tijd- en landgenoten af te schrijven – zij dragen immers geen schuld. Sterker nog, in hun filosofie van deconstructie en verzet schuilt mogelijk een andere weg; niet vooruit, zoals Susan Neiman bepleit, maar wel naar andere maatschappelijke machtsverhoudingen. Zo onaantrekkelijk is dat toch niet?

Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 3 mei, heb je de kans om met Gijs van Oenen in gesprek te gaan over zijn boek.

Gijs van Oenen, Culturele veldslagen – Filosofie van de culture wars. Boom Filosofie.