Wat houdt het begrip ‘wildernis’ tegenwoordig nog in? Zeker in een land als Nederland is iets als ongerepte natuur ver te zoeken. We leven in een door en door gecultiveerd landschap, ook op plekken waarvan we denken dat die wel wild zijn, stelt botanisch filosoof Norbert Peeters in een essay dat hij hieraan wijdde.
Via een korte geschiedenis van de tuinkunst laat hij zien hoe onze huidige kijk op het wilde sterk is gevormd door een romantische blik op de natuur zoals die zich van de late achttiende eeuw heeft ontwikkeld. Daarin zit een herwaardering voor de wilde natuur; die moet niet meer beheerst worden, maar omarmd. In de aanleg van tuinen en parken toont zich echter nog altijd een sterke drang om te bepalen hoe wild eruit ziet. De mens als scheppende kracht van het wilde is in feite nog altijd heer en meester over de hem omringende natuur.
Dat dit doorwerkt tot in het heden laat Peeters treffend zien aan de hand van hoe het Amsterdamse Vondelpark tegenwoordig beheerd wordt. Er zijn twee weides ingericht als zones die worden herwilderd. De mens is er niet meer welkom, de natuur mag er zijn gang gaan, zo luidt de visie. Toch weet Peeters binnen de kortste keren ook hierin een sterke menselijke hand te herkennen.
Dat roept de vraag op of het niet eens tijd wordt om de verhouding tussen mens en natuur te herzien. Als we de mens buiten de natuur blijven zien staan, zullen we nooit tot een goede verstandhouding met onze omgeving komen; maar waarschijnlijk is ons gedrag een resultaat van de wetenschap dat de overige natuur prima zonder de mens kan. Als we verdwijnen, zijn we zo weer vergeten…
Tijdens het eerstvolgende Filosofische Diner op 2 november, heb je de kans om met Norbert Peeters in gesprek te gaan over zijn boek.
Norbert Peeters, Wildernis-vernis – Een filosoof in het Vondelpark. Noordboek.