De zomer- en vakantieperiode noemen we graag de komkommertijd; weinig te doen, weinig te melden, zodat de kranten uit ballorigheid maar verslag gaan doen van zaken die normaal nooit de voorpagina zouden halen. Alleen de komkommertelers zouden het traditioneel druk hebben in deze periode, waarin komkommers oogstrijp zijn, zo wil het verhaal.
Maar komkommers zijn tegenwoordig het hele jaar door te krijgen en ook de media zenden aan de lopende band verontrustende berichten uit. Een vallend kabinet, branden op Maui, op Griekse eilanden en op een vrachtschip ten noorden van de Wadden, maar ook de ondergang van een bekend merk voor elektrische fietsen verdrongen elkaar deze zomer op de voorpagina's van de kranten, terwijl dagelijks verslag wordt gedaan van de oorlog in het oosten van het Europese continent. Zaken die los van hun directe nieuwswaarde duiden op grote mondiale veranderingen of crises, op het gebied van economie, technologie, klimaat en politiek.
Komkommertijd heeft als begrip een wat negatieve connotatie. We zien het als een periode van leegte, waarin, ik zei het al: weinig te doen en te melden is - goed voor vakantie, maar ook voor weinig anders. Dat lijkt mij niet terecht. De leegte van de komkommertijd maakt ruimte voor andere gedachten, geeft tijd om te reflecteren. Komkommertijd kan dus heel goed filosofische tijd zijn. Even niet rennen, maar stilstaan, even geen richting zoeken, maar een beetje dwalen. Zeker in de huidige maatschappij is voldoende komkommertijd eigenlijk onontbeerlijk - Joke Hermsen wijdde al talloze essays en artikelen aan onze beleving van tijd en de rol van vertraging.
Doe dat rond de tafel met een lekker hapje eten erbij - brood met tzatziki, gepeperde Thaise salade met gekneusde komkommer, zoetzure komkommer met kruidnagel zoals mijn oma het maakte, om maar wat voorbeelden te noemen - en je hebt een Filosofisch Diner. Laten we van de komende herfst dus wél komkommertijd maken! Meld je aan voor het eerstvolgende diner op 13 september en vind de ruimte voor het denken.