Categories
Het Filosofisch Diner

De mythe van de vrije wil

Een van de belangrijkste taken van de filosofie is om aannames te bevragen. Waarom beschouwen we sommige als vanzelfsprekend, en klopt dat wel? Een goed voorbeeld hiervan is de vrije wil. Binnen de academische filosofie een notoir lastig onderwerp, maar over het algemeen twijfelen we er niet aan ons handelen wordt bepaald door keuzes die we zélf maken.

De geldigheid van die aanname stond ter discussie tijdens het eerste Filosofische Diner van deze herfst. Jurriën Hamer, die naast filosoof ook jurist is, hield een vurig pleidooi tegen de vrije wil. Niet omdat hij dacht dat we volledig gedetermineerd zijn; wel omdat hij meent dat het idee van een vrije wil ongelijkheid en onrechtvaardigheid met zich meebrengt. Als we uiteindelijk altijd volledig zelf verantwoordelijk zijn voor wat we doen, moeten we ook altijd zelf de consequenties dragen. Zo wordt ook geluk een keuze – terwijl we heel goed weten dat dat niet klopt.

Voor veel aanwezigen was het duidelijk een bittere pil om te slikken – het idee dat de controle over je eigen handelen maar zeer beperkt is, is niet fijn en staat heel ver van hoe we ons dagelijks leven ervaren. Maar volgens Jurriën is een nieuw blik op de wil nodig om radicale maatschappelijke en politieke veranderingen tot stand te brengen, die voor een rechtvaardiger samenleving zorgen. Een eerlijker verdeling van welvaart en een nieuwe penitentiair systeem gericht op reïntegratie in plaats van straf – hier komt de jurist naar boven.

De belangrijkste vraag was wel: is zo’n complexe filosofische vraag wel het juiste startpunt voor een maatschappelijke omslag? Wie wil er nog veranderen nadat hij heeft gehoord dat de vrije wil toch niet bestaat? Een goede suggestie in een andere richting sloot de avond af: moeten we om van het ‘willen’ af te komen, niet ook van het woordje ‘ik’ af?