Al sinds de eerste dagen van Het Filosofisch Diner voelde ik Hannah Arendt over mijn schouder meegluren. Politiek is volgens deze denkster bottom-up georganiseerd en begint met spreken en daarnaar handelen, in samenkomst met anderen. Zoals bij Het Filosofisch Diner in feite.
Het was dan ook prachtig om te zien hoe vorm en inhoud samenvielen tijdens de eerste editie van Het Filosofisch Diner van dit jaar. Arendt-kenner Veronica Vasterling zette enkele kernbegrippen uit haar repertoire uiteen en legde zo de basis voor een gedachtewisseling over vrijheid, macht, verschillende perspectieven en de staat van de democratie.
Dat aan dat laatste flink wat te verbeteren is, werd door alle aanwezigen beaamd, maar hóe Arendts denken daarin past, was nog een lastige vraag. Populistische rechtse partijen springen in het gat waar burgers de vrijheid missen om deel te nemen in politieke processen. Zo wordt er echter niets opgelost, want inspraak wordt ingeruild voor autoritaire macht.
Hoe organiseer je bottom-up politiek dan wel? Waar begin je met het herstellen van vertrouwen en het kweken van betrokkenheid? Die vragen stonden centraal, maar het was zoeken naar een antwoord. Hoewel ik om eerlijk te zijn vermoed dat Arendt hier goedkeurend zou knikken; het geopende gesprek was al een eerste stap in de goede richting.